231 kelijk? Waarom moet men een volslagen nul zijn om er in te druipen? De oorzaak hiervan is zeer eenvoudig, en ik verzoek vergiffenis, dat ik ze ronduit zeg: het is, omdat oud-cadetten van Saint-Cyr ze ufnemen. De korpsgeest is altijd machtig onder de leerlingen van één en hetzelfde huis, maar hij is het nergens zoo als onder de makkers van Saint-Cyr. De examineerende officie ren brengen camaraderie op de school mede; de blijdschap, die zij gevoelen zich weder tusschen deze muren te bevinden en zich hunne jonge jaren voor den geest te brengen, verleidt hen tot eene bij zondere zachtheid; menige oude kolonel, een groote brompot voor zijne manschappen, wordt doortrokken van inschikkelijkheid tegen over een cadet van Saint-Cyr. De examens hebben plaats en familie en de jury is bezield met de meest vaderlijke gezindheden. Bij de overgangs-examens doen de leeraren van de school de vragen, onder het voorzitterschap van een hoofd-officierhet komt er voor den leerling op aan een gemiddeld getal van 8 punten te verkrijgen (het maximum, gelijk men zich herinneren zal, is 20) en niet minder dan 4, en als de leeraarna den meest mogelijken goeden wil te hebben getoond, met weerzin besluit hem, bij voorbeeld, een 3 te geven, voert de voorzitter meestal de volgende taal tot hem: „Baheen „puntje meer of minder! dat zal niemand kwaad doenen dat zou dien „stumpert zoo veel goed doen!" Dat doet inderdaad niemand kwaad dan het leger. Bij de eindexamens is het nog heel wat anders. Een punt te weinig te gevenzou verschrikkelijk wreed zijn De leerling staat gereed de epaulet, te winnen; ze hem om één puntje te doen verliezen! Er wordt, ouder de oud-cadetten van Sain-Cyr, geen examinator gevonden om zulk eene wreedheid te begaan Hij zal zich uitputten m allerlei vernuftige middelen om den ongeluk kige als t ware een staat toe te reiken; hij zal zich beijveren omzijn longen makker uit de moeilijkheid te halen, en wees zeker, dat hij er in slagen zal hem te redden. Zie, het kan niet aandoenlijker, het kan niet verderfelijker zijn. Maar, zult zij zeggen, de eersten, zij, die boven aan de lijst staan, worden beter behandeld dan de laatsten, en er is zeker in dat ver schil van toestand, dat voor hen gemaakt wordt naar den rang, dien zij innemeneen prikkelwaarvan men rekening moet houden. Die prikkel wekt slechts een vijftigtal leerlingen tot werken op, namelijk hen die hem zouden kunnen missen, en uit lust en plichtbesef toch zouden werken. De anderen, de zeer groote meerderheid, heb ben slechts één verlangen: de epaulethet kan hun weinig schelen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 238