officieren, aan de school verbonden, geheel buiten beschouwing. Dit kunnen we te geruster doenomdat voor de school steeds de beste officieren van het leger worden gekozen, en men dus wel mag aan nemen dat zij in geen geval ten deze de schuld zijn. Maar we durven op de gestelde vraag ontkennend te antwoorden, op grond onzer weten schap, dat het onmogelijk is, dat iemand zich daar als specialiteit vormt, zoolang hij zooveel uren per dag onderwijs geeft als thans noodig is, en ook zoolang de school niet in het bezit is, evenals de Militaire Akademie te Breda, van eene uitstekende bibliotheek over alle onderwerpen, welke met het te geven onderwijs in verband staan. Wanneer b. v. een onderwijzer dagelijks een drietal uren in de school present moet zijn heeft hij de eerste twee of drie jaren van zijne aanwezigheid bij die inrichting de handen vol. Het goed en degelijk bestudeeren van een vak als instructeur kost zeer veel tijd. Bo vendien mag, vooral door de officieren-instructeurs, die tot de élite van het leger belmorende militaire literatuur niet veronachtzaamd worden. Hunne eigenlijke bestemming, officier hij liet leger, mogeu zij nimmer uit het oog verliezenwanneer zij bij den troep terug komen, geeft het hun weinig of zij specialiteit zijn geworden in wiskunde, staathuishoudkunde of geschiedenis; zij moeten ook op de hoogte en, omdat zij onder de beste officieren van het leger ge rekend wordengoed op de hoogte zijn gebleven van de militaire wetenschap. Werd dit in het oog gehouden bij de formatie van het onderwij zend personeel, dan zou dit personeel ongetwijfeld belangrijk moeten worden uitgebreid. De daardoor meer vereischte uitgaven zouden echter ruimschoots worden opgewogen, èu door het beter onderwijs der élèves, dus door beter gehalte der toekomstige officieren, èn door meerdere ontwikkeling der instructeurs, dus door verhooging van het wetenschappelijk peil onder de reeds aanwezige officieren des,legers. Daarbij voegen zich nog andere overwegingen. Voor de meeste, althans voor vele, vakken, welke voortaan aan de school moeten worden onderwezen, bestaan geen goede leerboeken. Voor militair recht zal de Gids van Mr. Winckel, voor Nederlandsche taal en wiskunde zullen de gewone schoolboeken gebruikt kunnen worden; bij de speciale eischen, welke bij de opleiding der aanstaande officieren zijn gesteld, zijn er echter geene geschikte leerboeken voor de Fransche taal, voor geschiedenis en aardrijkskunde, voor artilleriewetenschap en wapenleer, voor velddienst en tactiek, voor versterkingskunst 242

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 249