267 Ben optredenvermoedelijk nog meer dan in Europa. Onze oorlogen toch zullen meer den aard der guerilla-oorlogen naderendan dat zij op één slagveld beslist kunnen worden. Waarom zouden wij dus niet, even als in Pruisen, het bataljon verdeelen in vier kompagniënelk van 250 man In Rusland heeft het bataljon 5 kompagniënelk sterk 205 manin Oostenrijk 4 kompagniën van 236 manschappen. Vooreerst kan men dan met kompagniën van voldoende sterkte ten strijde trekkenen ten tweede zou dit eene zeer belangrijke besparing geven ten aanzien van het aantal officieren, waardoor de gelegenheid zou ontstaan, zonder verhooging van het budget in eenige dringende behoeften van het leger te voorzien. De verhouding der landaarden kan hiertegen geen bezwaar zijn. Men zal alle bataljons kunnen doen bestaan uit twee inlandsche kompagniën, eene Europeesche en eene Europeesche, Amboneesche, Afrikaansche of Japansche kompagnie; dan wel, wat voor de aanvoe ring tegen Europeeschen vijand en voor de verbroedering der mili tairen van verschillende afkomst wellicht nog de voorkeur verdient, elke kompagnie (en ook elke sectie) voor cc. één derde gedeelte uit Europeanen doen bestaandus gemengde kompagniën invoeren, even als men die thans reeds zonder bezwaar bij de garnizoensbataljons, het korps mineurs enz. aantreft. Geringe wijzigingen in de cijfers der legersterkte geven natuurlijk geen bezwaar, en als men aanneemt, dat het inlandsch element in het leger thans niet domineert, zal het dit ook evenmin bij de door ons gewilde formatie doen. Zie hier, hoe een bataljon naar onze meening samengesteld zou moeten zijn il hoofd-officier, kommandant, 1 kapitein-adjudant, 2 adjudanten-onder-officier, 1 staffourier, 1 sergeant-stafhoornblazer, 1 korporaal id. 1 sergeant-schermmeester, 1 korporaal id. 1 korporaal (of sergeant) schoenmaker, 1 élève id. 1 korporaal (of sergeant) kleermaker 1 élève id. 1 schrijver, totaal2 officieren en 12 minderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 274