268 Tier kompagniënelk sterk .1 kapitein, kommandant, 2 le luitenants 2 2e luitenants, 1 sergeant-majoor, 2 fouriers, 8 sergeanten, 8 korporaals, 4 tamboers en hoornblazers, 1 élève id. 76 infanteristen le klasse, 150 id. 2e klasse, totaal.. 5 officieren en 250 manschappen. Als toelichting diene het volgende. We hebben een kapitein- adjudant uitgetrokken, omdat deze, beter dan een luitenant, den korpschef ter zijde kan staan in het toezicht over den goeden gang van den dienst, en hem bovendien, bij tijdelijke afwezigheid, als zoodanig kan vervangen; waartoe men dus in den regel tot adjudant den oudste der aanwezige kapiteins zou moeten benoemen. Dat de adjudant tijdelijk als korpschef optreedt, achten we beter dan dat een der kompagnieskommandanten dit doet; deze is in de eerste plaats niet zoo goed op de hoogte van de inzichten van den chef en van de correspondentie, op het korpsbureau aanwezig, en wordt in de tweede plaats anders aan zijn eigenlijken werkkring onttrokken, die, bij eene zoo sterke kompagnie, al zijne zorgen eischt. We rekenen verder op twee staf hoornblazers (of staftamboers) in het belang der oefening van hunne ondergeschikten en van de élèves. Thans heeft de stafhoornblazer het te druk om zijne ondergeschik ten goed te oefenen, en wanneer hij eens ziek is, wordt die oefening veelal grootendeels illusoir, En de oefening van 20 man (ook in de muziek, want korpsmuziek moet er zijn!) kost veel moeite en tijd. Het schermen wordt tot dus verre te veel verwaarloosd, ondanks de aanbevelingen, van tijd tot tijd door het Dep. van Oorlog ge geven. Daarin zalgelooven wijgeene verandering komen, zoolang men voor het onderwijs geene bepaalde personen aanwijst. We hebben daarom twee schermmeesters uitgetrokken. We rekenden verder op twee schoenmakers en twee kleermakers. Deze zijn zeker noodig; men ziet dan ook bij elk bataljon élèves

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 275