Volgens eene oppervlakkige berekening zou op de voorgestelde
wijze het kader van een bataljon niet meer kosten dan thans het
geval is; het verschil is althans niet belangrijk. Aan officieren zou
men daarentegen eene belangrijke bezuiniging hebben en tevens eene
iets betere verhouding der rangen.
Bij eene sterkte van 250 man per kompagnie kan natuurlijk het
daarbij indeelen in oorlogstijd van 30 pas geworven inlanders ver
vallen. Wel moet men dan nieuwe soldaten aanwerven, maar deze
kunnen bij een dan op te richten depot in het binnenland geheel
geoefend worden en eerst als zij werkelijk geheel geoefend zijn, bij
de troepen worden ingedeeld tot aanvulling der geleden verliezen.
De iudeeling der van de Buitenbezittingen terug te trekken troe
pen zal mede eene wijziging kunnen ondergaan. De heer Van der
Kruk rekent in zijne brochure//de toestand van het Indisch leger"
op een 3000 man, waaronder, voegen wij er bij, zich zeker een
100-tal officieren en cc. 500 man kader zullen bevinden. Daar het
hier geldt, geheel globale cijfers, zullen wij, om de gedachten te
bepalen, stellen, dat 2400 ongegraduëerden van de Buitenbezittingen
moeten komen. Detacheert men nu, in vredestijd, 75 man van elke
kompagnie op Java naar Buitenbezittingen (zonder kader), dan zou
men op Java 8 bataljons hebben van 175 man per kompagnie, en de
overige bataljons steeds op compleet houden voor expeditiën. Bij oorlog
vallen de terugkeerende 2400 manschappen weder in bij de korpsen
waarvan zij gedetacheerd waren en waar de kaders compleet zijn ge
bleven men zal dus dan het voordeel hebbendat men uit deze man
schappen geene nieuwe korpsen behoeft op te richten, en dat de 100
officieren en 500 man kader, die mede terugkomen, overcompleet, en
dus voor de legioenen, barisan en pradjoerits beschikbaar zijn. Bij
eene goede indeeling van deze officieren en dit kader, reeds in vredestijd,
zal meu in oorlogstijd deze zaak spoedig genoeg kunnen regelen.
Worden in vredestijd sommige bezettingen op de buitenposten in
getrokken, dan worden dadelijk meer kompagniën op Java op com
pleet gebracht. Het spreekt van zelf, dat wij hier rekenen op eene
algemeene bewapening van het leger met één geweerstelselzoodat
het indeelen der terugkeerende 2400 man bij de troepen op Java
geen bezwaarin dat opzichtkan gevenzooals thans wèl het
geval zou zijn.
Gaan wij thans na, hoeveel veldbataljous men op de aangegeven
wijze zou kunnen samenstellen. Wij hebben thans op Java 14, op
270