Eindelijk kan men bedoeld bezwaar ook minder drukkend maken
door de reorganisatie niet plotseliug, maar b. v. in den loop van 2
jaren uit te voeren.
Wij willen nog ééne zaak bespreken, n. 1. de noodzakelijkheid,
om, bij zoo sterke kompagniën als wij wenschen de kommandanten
dier kompagniën bereden te doen zijn. Dit zou eene uitgaaf voor
fourage-indemniteit vorderen (te bestrijden uit de verkregen bezui
niging) van circa f 40000,per jaar, gerekend op f 20,per
maand en per manmaar een groot voordeel opleverenomdat de
kompagnieskommandant dan, bij de manoeuvres en te velde, zich
gemakkelijker van het eene deel der kompagnie naar het andere
verplaatst, dus meer alles zien kan, en hij zich dan ook lichtelijk
voor het doen van verkenningen enz. op eenigen afstand van de kom
pagnie kan verwijderen. Na een vermoeienden marsch moet de
kompagnieskommandant zich nog van alles overtuigen is zijn troep
met den voorpostendienst belast, dan moet hij zich met de stelling
der wachten en posten bekend maken en deze herhaaldelijk visitee
ren. En ofschoon het ïiu wel meermalen zal gebeuren, dat hij tijdens
een gevecht moet afstijgenof soms ook dat het terrein het gebruik
van een paard niet toelaat, hoewel dit laatste niet dikwijls het
geval is bij het gebruik van goedesterkgebouwde paarden zoo
gelooven wij toch dat het over 't algemeenbij grootere sterkte der
kompagniën wenschelijk en in 't belang van den dienst is, dat de korn-
mandanten bereden zijn. In Pruisen is dit dan ook het geval.
Februari 1873.
274