280 gebaand, en hen in Frankrijk 's hoofdstad den vijand eene vernederende en kostbare vrede doen voorschrijvende oorzaak moet, volgens de daarvoor door vertrouwbare schrijvers aangevoerde bewij zen behalve in de uitstekende legeraanvoeringde goed inge- rigte intendance, de voorbeeldige bediening der artillerie en de in dedaad buitengewone topographische bekendheid met het vijandelijk landde tucht en de wetenschappelijke ontwikkeling die de man schappen en de aanvoerders van het Duitsche leger kenmerkten, vooral daaraan worden toegeschreven, dat in het Fransche leger die deug den en goede eigenschappen ten eenenmale ontbraken; dat het Fran- sche leger niet gereed wasterwijl de Maarschalk Le Boeuf schaam teloos het tegendeel beweerde; dat het geen generalen staf bezat, althans geen, die op de hoogte was zijner belangrijke roeping; dat de intendance zoo mogelijk nog slechter was dan die stafdat de Fransche bevelhebbers vooral de Generaals in den regel geheel ongeschikt waren voor hunne betrekkingdat nagenoeg geen der Fransche staf- of troepen-officieren den weg wist in zijn eigen land, en eindelijk, dat het in het Fransche leger, hoe dapper het ook gevochten heeft, aan tucht ontbrak. Vooral het treurige verschijnsel, dat de troepen door de staf officieren als eene verdoolde kudde nu her- dan derwaarts werden gejaagd, gevoegd bij het verzuimen der meest dringende veiligheids maatregelen op bivouac en op marsch, is oorzaak geweest, dat men bij het begin van den krijg onophoudelijk hoorde //Nous sommes surpris en later: //Nous sommes trahis Hoe treurig het in al deze opzichten met het Fransche leger was gesteld, beschrijft op boeiende wijze zekere E. J. //ancien élève de l'école polytechnique" (f) in zijne //Vaincus de Metz" waaruit wij, tot staving der vorenstaande beweringen, het navolgende ontleenen onder aanteekeningdat het geheele verhaal den stempel draagt van waarheidsliefde, zaakkennis en degelijkheid. Ten einde nu niet in de fout te vervallen van overdrijving of partijdigheid ten gnnste der Duitschers, is voornamelijk ditdoor een kundig Franschman geschreven werk door ons als voornaamste bron van bewijsvoering gekozenen zuilen wij, ons van een opper vlakkig, onbevoegd en op meesterachtigen toon uitgesproken oordeel Eigenlijk in het nabij gelegen Versailles. (f) Uit zijn werk moet men afleiden, dat hij als artillerieofficier den veldtocht heeft medegemaakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 287