22
die 20 patronen konden bevatten medegenomen; den volgenden dag
volgden de gouverneur der Molukken en de komrnandant der expe
ditie.
De benoodigde vivres werden naar Tampirah verzonden, terwijl
een voorraad voor 14 dagen benevens de noodige jenever en azijn
aan boord van de Suen-Dulgair werd ingescheept.
Bij aankomst vond men het temporair kampement geheel afgewerkt
en van eene palissadeering voorzien.
Het bijeenzijn te Tampirah van 600 man van verschillende stam
men als Tomboekers, Bangaaiers, Pelengers, enz., wier taal men niet
kende en die zich onderling evenmin verstonden, doet onwillekeurig
aan den torenbouw van Babel denken.
Het groote onderscheid echter bestaat hierindat in acht dagen
tijd door de stalen volharding en het krachtig toezicht der daarmede
belaste officieren dit kampement voltooid was, terwijl de Babelsche
torenbouw is gestaakt moeten worden juist uit gebrek aan verstan
dige leiding. Het kampement bestoud uit kazernes, een gebouw voor
zieken, officiers-woningenvivres- en kruitmagazijnen, deze laatste
omringd door palissaden en voorzien van tamboers aan de uitgangen
het bosch was op honderd ellen in den omtrek opengehaktterwijl er
tevens een weg was aangelegd van negen palen lengte en twee ellen
breedte. Ik herhaal het, in acht dagen was dit tot stand gekomen
onder aanhoudende regens en met onwillige werklieden, die slechts
met moeite aan den arbeid waren te houden.
De berichten omtrent Oesson-Dauwaar men veronderstelde dat
de vijand zich versterkt had, waren nog al uiteenloopendallen echter
kwamen daarin overeen, dat het in één dagmarsch gemakkelijk te
bereiken was.
Den 20itcn werden op verkenning uitgezonden naar meergenoemde
kampong Oesson-Dau de kapitein van Oijen met de luitenant-adjudant
van Dentzschde luitenants Henner en van Thiel met een detache
ment van 50 man van het 12<ie bataillon infanterie, benevens de
sergeant Schwabedissen met 3 flankeurs en 3 walbusschutters van
het lste bataillon en 250 uitgezochte Alfoerenvoor het meerendeel
met geweren gewapend en allen voorzien van vivres voor twee dagen.
De kapitein Anemaet keerde wegens ziekte naar boord van de
Vesuvius terug, terwijl de lste luitenant van Thiel het kommando
der kompagnie overnam, en de adjudant-onderofficier Hoek tot het
verrigten van iuitenantsdienst werd aangewezen.
In den namiddag van den 21sten Juni kwam de luitenant-ter-zee