295 Den Militairen Spectator van dit en het vorige jaar doorbladerende vinden wij, in het //Overzicht van den Pransch-Duitschen krijg van 1870 en 1871" o. a. het navolgende. //Het Pransche leger was, ten gevolge der bestaande en vroegere wetten en bezuigigingen, samengesteld uit gerëengageerde troupiers en uit weinig geoefende jonge lieden der mindere volksklasseen had dus in zijne gelederen nietgelijk de Duitsche legermacht, het betere gehalte van de natie vertegenwoordigd. Den 20sten Juli werd bevel gegeven tot mobilisatie van 143 batail- lons mobiele garde der oostelijke departementenhiertoe moesten de contingenten van 18651869 opkomen (de klasse 1869 stond nog niet eens behoorlijk op het papier). Wel waren er manschap pen, maar het ontbrak aan officieren en behoorlijke uitrusting. Om in het gebrek aan officieren te voorzienwerdenbehalve het benoe men van officieren uit de mobiele garde zelvevele officieren uit het leger daarbij aangesteld. Men stelde zich voor, de bataillous der overblijvende mobiele garde, nadat de vestingen van voldoende garnizoenen zouden zijn voorzien, tot regimentenbrigades en divisien te vereenigen en dus ook hier door eene aanzienlijke reserve te velde te verkrijgen. Ook uit Parijs werden bataillous mobiele garde naar het kamp van Chalons gezonden. De discipline van de manschappen dier bataillons was echter van dien aarddat de eerste drie zich, gedu rende hun opmarsch door Parijs, van de depötgebouwen naar het oosterspoorwegstationgeheel oplostendaar de opgewonden bevolking der hoofdstad de mobielen gaande weg dronken maakte, zoodat alleen de kommandant der bataillons en zijn adjudant het station bereikten De volgende bataillons werden met meer voorzorgen geëxpedieerd, maar hun gedrag in het kamp was zóó oproerigdat de Maarschalk Canrobert niet vermocht, orde in de gelederen der mobielen te brengen. De bandeloosheid nam met den dag toezoodat zelfs de Pransche Maarschalktoen hij in persoon hen tot orde wilde aanmanenmet steenworpen begroet werd. De Parijsche mobielen waren schreeuwende kwajongensgeen sol daten de meesten deserteerden Het zal wel overbodig zijn hulde te brengen aan de inrichting van het treinwezen en de intendance der Duitsche legers, wier maatre gelen tot geen oogenblik vertraging aanleiding gaven, toen on verwacht geheel nieuwe operatielijnen genomen werden, terwijl de Pranschen voortdurend belemmerd werden door den hen vergezellen- V

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 302