Blijkens het voorbericht van den vertaler, is het doel van zijnen
arbeid, om, door de verspreiding van dat werk de verkeerde mee-
niug" tegentegaandat //het succes der Duitsche wapenen in den
jongsten oorlog hoofdzakelijk moet worden toegeschrevan aan de al-
gemeene intelligentie en beschaving van den Duitschen soldaat."
Die meening nu is in zóó verre de onze, dat wij door de boven
staande regelen hebben gepoogd aan te toonen, dat ook de tucht en
de algemeene intelligentie in het Duitsche leger, tegenover de tuch
teloosheid en de algemeene onkunde in de Bransche gelederen, voor
name oorzaken zijn geweest van het behaalde succes.
Wij konden dan ook den lust niet weerstaan, kennis met het werkje te
makenwij wenschten ons te overtuigenof de inhoud somwijlen veran
dering vermocht te brengen in onze overtuiging, en op afdoende wijze
vermocht te wederleggen de door al onze geraadpleegde schrijvers,
zoowel Nederlandsche als Bransche en Duitsche eenparig afgelegde
gunstige getuigenissen omtrent de tucht en de intelligentie, die over
het algemeen het Duitsche leger kenmerkten.
Al dadelijk viel onze aandacht op de getuigenis van ook dezen
schrijver, dat het Bransche leger, //wat zijne ontwikkeling en
krijgstucht betreft, de vergelijking met het Duitsche moeielijk
kan doorstaan" (pag. 5) en vervolgden reeds eenigszins meer
bemoedigd onze lectuur; voorts lazen wij: //dat de verontwaardiging
van volk en leger in Duitschlaud groot genoeg was, om de
stem van iedere clique, die een Zuid-Duitsche staat ook slechts tot
eene onzijdige staatkunde zocht te bewegente doen verstommen";
(pag. 6) en ook hierin vonden wij slechts eene bevestiging onzer opinie.
Ook de volgende zinsneden
//De laatst overwonnen tegenstander was sints langen tijd in vele
opzichten ontaard. Hij was er door overdreven zelfverheffing hoofd
zakelijk de oorzaak van" (pag- 4).
//Zij" de Branschen //hebben geen begrip van den germaan-
schen geestzooals die zichkrachtig geworden door de bittere
lessen der laatste eeuwen, in den jongsten tijd krachtig ontwikkeld
heeft" (pag. 6).
//Ja, al veranderden zelfs binnen eenige jaren de toestanden in
Brankrijk zóódanig, dat men kon gaan gelooven, dat het verstand
het overwicht had verkregen (pag. 8).
//De begrippen van eer, plicht en trouw zijn overal dezelfde, zoo
wel in de Zuid-Duitsche als in de Noord-Duitsche legerkorpsen
(pag. 10); al deze aanhalingen, voorkomende in het Ie Hoofdstuk
303