noodzakelijke eigenschap van een leger het Fransche verre overtroffen,
en zulks niet in het minste kan geloochend worden."
Na deze mededeeling, die volmaakt met het door ons betoogde
overeenstemt, vermeenden wij, nu omtrent intelligentie en discipline
in het Duitsche leger, in hoofdzaak, ook door den S., in gunstigen
zin was beslist, het werkje eigenlijk reeds te kunnen sluiten.
Wij gingen echter verder, en lazen nu, dat tegen n overdrijving
in de schatting van de mate der krijgstucht in de Duitsche gelederen
zoowel als tegen valsche voorstellingen omtrent de oorzaken dier
krijgstucht" door den S.wordt gewaarschuwd.
Ten rechte; overdrijving, wij herhalen het nogmaals, is altijd en
overal, dus ook hier, af te keurenook valsche voorstellingen moeten
ontraden wordenofschoon het o. i. hier de hoofdzaak is dat de
krijgstucht bestond en gehandhaafd iverden het onderzoek naar de
oorzaken dier krijgstucht eene zaak is van minder belang.
//Een goede krijgstucht" zegt S. verder doet zich hoofdza
kelijk op tweeërlei wijzen kennen; Ie; in onvoorwaardelijke gehoor
zaamheid aan de' bevelen van den aanvoerder van iederen rang of
graad, en in het vertrouwen op hunne bekwaamheiden 2e//in het
gedrag der troepen en van het individu tegenover de burgerij."
Daarop gaat S. na, in hoe ver het Duitsche leger aan die voor
waarden voldeed.
Yoor het eerst lezen wij nu, op pag. 36. e. v. dat, bij de mobi
lisatie in 1870 openlijk verzet der opgeroepenen heeft plaats gevonden
Al dadelijk rijst de vraag: Is dit wel geheel vertrouwbaar?
Des schrijvers naam, die ons welllicht ten waarborg zijner waar
heidsliefde zoude kunnen strekkenwordt niet vermelden de heer
van Vlierden kan, als slechts vertaald hebbende, voor de juistheid
dier mededeelingen niet aansprakelijk worden gesteld.
Het is echter opvallend, niet dat Duitsche overheden en dagbladen
tijdens de mobilisatie die ongeregeldheden zouden verzwegen hebben,
maar, dat in geen enkel der talrijke door ons over den jougsten
oorlog geraadpleegde boeken en tijdschriften, zoowel Nederlandsche
als Eransche en Duitsche, een enkel woord van zoodanig verzet wordt
gerept, maar alle schrijvers om strijd hoogelijk den geestdrift roemen,
waarmede de Duitsche troepen onder de wapenen snelden.
Maar, al mochten zich enkele gevallen van verzet hebben voor
gedaan, dan nog leert ons de S.dat die daden //geen bepaalde
kleur hadden, en uitsluitend bij de mobilisatie gepleegd werden door
mannen van den. Landweerals deze, meestal door hunne vrouwen ver-
306