312 van de gedemonteerde stukken te vervangen, hetwelk slechts verlies van tijd en menschen veroorzaken moet, voor het laatste gedeelte van den strijd het aanvalsfront met mortieren bewapent, die wel is waar het vuur van den aanvaller niet tot zwijgen zullen brengen, doch hem groote verliezen zullen toebrengen. Om de uitwerking van het verticaal vuur tegen de levende strijdkrachten te verhoogen, is het raadzaam, de bommen en granaten, welke uit mortieren geworpen wordenvan tempeerbuizen te voorzien, die het projectiel op eenigen afstand boven den grond in den nederdalenden tak van de baan doen springen. Door zoodanige inrichting zullen de scherven den vijand in zijne batterijen en loopgraven meer kwaad doen dan de scherven eener in den grond gedrongen bomwelke grootendeels daarin zullen blijven vastzitten, terwijl de verspreidingskegel der uit den trechter geslingerde stukken hoogst ongunstig is. Daarentegen zullenbij eene ongeveer 100 voeten boven het object springende bom, de onderste scherven met eene, uit de snelheid waarmede het projectiel daalt en de kracht der springlading resulteerende snelheid naar be neden geslingerd wordeü, en dus door de grootere kracht ook de kleine stukken nog zeer werkzaam kunnen zijn. Yoor het bewerpen van het glacis zullen kleine mortieren met eene worpsverheid van 1000 pas, wegens lichtheid, gemakkelijke bediening, plaatsing en verplaatsing, bijzonder geschikt zijn. Men kan altijd nog zware bommen werpen om het vijandelijk geschut en den batterijbouw te hinderen, maar bij den geringen trefkans der gladde mortieren mag men hiervan geene groote gevolgen verwachten; hoogstens zullen deze in een verbruikmagazijutje kunnen doordringen. Yoor Straatburg gebeurde dit eenige malen, doch slechts in drie gevallen had eene ontploffing plaats.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 319