Hedderich werd met een gewapend detachement de zorg voor de
bagage opgedragen.
Ongeveer 11 uur kwam men voor Oesson-Dau aan, alwaar liet
bivouak door den kapitein van Oijen uitmuntend gekozen was; het
ontkomen van den vijand was door de doelmatige opstelling der
hulptroepen ten eenenmale onmogelijk gemaakt, de mortieren waren
goed opgesteld, front en flanken behoorlijk verzekerd.
Des avonds om 10 uur van den vorigen dag (21sten Juni) was
Janssen, na vele moeielijkhedenvooral met de koelies, te hebben
ondervonden, in het bivouak aangekomen, 's Morgens om 7 uur van
den 22stefl waren de mortieren in batterij gesteld op eene heuvel
voor Oesson-Dau, en was het vuur onmiddellijk geopend en met
juistheid doorgezet.
Niettegenstaande de goede opstelling der mortieren en de juist-
treffende worpen schenen de granaten weinig effect te hebben, daar
de huizen voortdurend ledig bleven en men daar binnen hoegenaamd
geene beweging bespeurdehet werpen werd toen gestaaktdaar het
blijkbaar was dat de vijand zich in rotsspleten en grotten verdekt
had opgesteld.
Om 9.j uur 's morgens van den 22sten Juni was de beklimming
begonnen door den luitenant van Thiel, met een detachement van het
12'le bataillon en 80 Alfoeren op de linkerflank, en door den
Isten luitenant Renner en den 2''e luitenant-de Draaf met een deta
chement van het garnizoens-bataillon in de Molukken op de rechter
flank.
Onverschrokken klommen en sprongen onze dapperen, aangemoe
digd door hunnen dapperen chef en de overige officieren, onder een
verpletterenden regen van zware steenenpijlen, lansen en kogels
met eene Spartaansche doodsverachting naar boven.
Het duurde niet lang, of twee soldaten en een Alfoer werden door
een kogel verwond, terwijl verscheidene anderen door steenworpen
gekneusd en door randjoes gekwetst werdende Alfoeren stelden
zich tegen de steenworpen verdekt op, en waren met geene moge
lijkheid tot de beklimming te bewegen.
Om 12^- uur had de luitenant Hedderich iemand afgezonden om
versterking van dragers te verzoeken, daar de koelies niet verder
konden; onmiddellijk werd aan dit verzoek gevolg gegeven door het
zenden van 100 dragers naar de achterhoede. Op de rechterflank
beproefde Renner met zijne onderhebbende manschappen van 1 tot
3 uur herhaaldelijk het laagst gelegen punt van verdediging te
24