317 wanneer de jongelieden tot goecle onderofficieren gevormd zijn, ze successivelijk, naar de rangorde van het afgelegd examen, b. v. maandelijks 4, naar Indië te zenden. Thans worden er bij de korpsen maar al te dikwijls onderofficie ren aangesteld, die voor dien graad niet in alle opzichten geschikt zijn. De klachten over //het kader" bewijzen dat. Dit zou, wan neer de boven voorgestelde maatregelen ingang vonden, geheel of grootendeels ophouden; wij zijn daarvan, met vele onze kameraden, overtuigd. De tegenwoordige onvoldoende toestand is niet alleen te wijten aan de karige bezoldiging der onderofficieren, maar ook aan de verdere omstandighedendie wij boven hebben vermeld. Maar die karige bezoldiging is niettemin een belangrijke factor; ze moet belangrijk worden verhoogd, en daartoe zal gelegenheid bestaan, wanneer men de korporaals afschaft en de kompagniën sterker maakt. Wij hebben thansom ons tot de infanterie te bepalenkompag niën van 119 man met 4 sergeanten. Neemt men voortaan kompag niën van 2.40 a 250 man met 8 sergeanten, dan heeft men in totaal nog minder onderofficieren noodig. Voegt men er nog een 9e ser geant bij voor het beheer der menages en een 10e voor de vervanging van een die in zijn gewonen dienst verhinderd wordt of voor het betrekken der wachten (welke beide onderofficieren intusschen met de anderen rouleeren)dan hebben wij geene korporaals noodig en kan hun tractement tot verbetering van dat der onderofficieren dienen. Dit laatste zullen wij nu trachten aan te toonen door de bespreking van de positie van B. Den Europeeschen korporaal. //Moet het niet verwondering wekken, dat er nog personen gevonden worden die voor deze be trekking in aanmerking wenschen te komen", vroeg een paar jaar geleden een onzer kameraden in een niet gepubliceerd geschrift. We zijn het dan ook, naar we gelooven, allen vrij wel eens, dat het korporaalschap een hondenbaantje is. De korporaal eet, woont, slaapt bij de soldaten, hij is altijd bij dezen; zit zelfs bij hen in de kan tine. Toch moet hij gezag over hen uitoefenen; maar de ondervin ding leert dan ook, dat dit vrij slecht gaat, en dat de goede kor poraals uitzonderingen zijn. Vele korporaals, die oorspronkelijk zeer goede soldaten warenworden slechte dienstdoenersomdat zij het de manschappen niet onaangenaam willen maken of omdat zij ze niet aandurven. Misschien zou dit wel iets beter zijn, wanneer de man nooit korporaal werd bij hetzelfde korps of althans bij de-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 324