bereiken; op handen en voeten, van rots tot rots klauterende trachtte men ergens vasten voet te verkrijgen, doch te vergeefs, de hindernissen waren te talrijk en te onoverkomelijk. De vijand zat hier volkomen gedekt achter eene borstwering van zware steeuen, rustende op boomstammen, die door middel van rottan aan vooruit stekende rotspunten bevestigd waren: deze rottan behoefde slechts te worden doorgekapt om de aanvallers onder de nederstortende steenmassa te verbrijzelen. Van onze zijde werd gedurende de beklimmingzooals te begrijpen is, weinig of niet geschoten; alleenlijk richtten drie mlandsche sol daten in hooge boomen gezeten, voortdurend hunne schoten op den vijand waar deze zich vertoonde. Niettegenstaande aan deze zijde het onmogelijke werd beproefd om de kampong te bereiken, mocht het echter niet gelukken; bij de minste voorwaartsche beweging regende liet zware steenen en werpspiesenzonder dat men zich daartegen voldoende konde dekken. Ook op de linkerflank mislukten de moedige pogingen van van Thiel en van Muschdie ter ondersteuning was opgerukt. Deze laatste bereikte wel is waar een op 300 voet hoogte gelegen huisje, doch kon zich daar onmogelijk staande houden; hij trok dan ook terug, na alvorens het huisje in brand te hebben gestoken. Inmiddels was het 4 uur in den namiddag geworden, toen de order werd gegeven om in het bivouak terug te keerendaar een gedeelte der troepen reeds van den vroegen morgen in gevecht was geweest, terwijl een ander gedeelte daaraan na een vermoeiendeu marsch had deelgenomen, werd het hoogst noodzakelijk de man schappen eenige verademing te schenken. Daar maken onze krijgers rechtsomkeert en gaan weder heen waar langs zij gekomen zijn; die strijd is te wanhopig; tegen een onzichtbaren vijand, die, voor onze schoten volkomen gedekt, dood en verderf in onze gelederen ver spreidt, moet men het in 't eind opgeven. Maar ziet, welk eene beweging in Oesson-Dau, de huizen vullen zich met menschen, de zooeven zoo stille en doodsche kampong schijnt te herleven, de vijand vertoont zichonverschrokken aan onze verbaasde blikkende witte vlag wordt geheschen, het teeken van onderwerping waait daar voor ons. Onmiddellijk zond de gouverneur der Molukken den tolk Sao- Wangsoe naar het hoofd van Oesson-Dau, ten einde deze uit te noodigen, in het bivouak te verschijnen en de gebruikelijke teekenen van onderwerping mede te brengen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 32