329
overtuigen. Voor overschatting behoort men zich evenwel ten deze
ook te wachten.
Hoe heeft het de expeditie van 1825 gemaakt, zonder een enkel
stooinvaartuig, om behouden, meest op kustvaarders ingescheept,
door uavigateurs gevoerd, en dan soms nog welke schepen en navi-
gateurs, ter reede Badjoa te komen, en later weder de baai uit, terwijl
het vaarwater toen zeker veel minder bekend was, dan later, aangezien
sedert meermalen oorlogsstoomschepen de baai van Boni bezocht heb
ben, en van hunne bevinding wel bericht zullen hebben ingediend?
Onder de eerste schepen die de 44el1 Februari ter reede Badjoa
ten anker gebracht werden, behoorde de Johanna Geertruida, waarop
ik met den staf en twee kompagniën van het 3e. bataillon Infan
terie mij bevond. Dat er scherp uitgekeken werd, ook met het
gewapend oog, ligt voor de hand.
Een zevental of meer groote prauwen (padoekons) lagen dicht bij
het strand ten anker en voerden de Nederlandsche vlagmaar niet
omgekeerd zoo als door verschillende ooggetuigen aan den schrijver
is medegedeeld, blijkens de noot aan den voet van bladzijde 189.
In dien geest, maakt ook het Journaal er melding van, waarin
zeker het belangrijk feit der omgekeerde vlag niet onvermeld zoude
zijn gebleven.
Hoe overmoedig de Bonieren toen ook geacht werdenaan eene
zoodanige beleediging der Nederlandsche vlag zouden zij zich wel
niet gewaagd hebben, en dat was voor hen ook niet geraden, want
bij de marine bestond de last, om elk vaartuig, dat de Nederland
sche vlag omgekeerd voerde, onmiddellijk in den grond te boren;
deze zoude zeker niet in gebreke gebleven zijnmet vreugde aan
dien last te voldoen. Eene goede gewapende barkas was daarvoor
voldoende geweest.
In den donkeren nacht van den op den 5dcn Februari ver
dwenen die prauwen, en bij het aanbreken van den dag was er
niets meer van te zien.
Men kan hier al weder uit ontwarenhoe voorzichtig men soms
behoort te zijn, bij het ter neder schrijven van gebeurtenissen, door
zoogenaamde ooggetuigen medegedeelden de schrijver schijnt er
ook zoo over gedacht te hebbenalthans hij maakt er alleenals
terloops, in eene noot melding van.
Yele prauwen heb ik, voor en na, in de baai van Boni zeilende,
en hier en daar voor anker gezienmaar geen enkeledie de Ne
derlandsche vlag omgekeerd voerde.