334
We zouden van ons onderwerp afdwalen. Die Maurits
Is een der kundige officieren van ons leger; ik wilde wel
dat ik zoo goed op de hoogte was van de indische oorlogen. Maar
vindt ge niet, dat hij de expeditie naar Atjeh er min of meer bij
de haren bijgesleept heeft?
Jaik geloof eigenlijk, dat //onze inlandsche vijand" reeds vroeger
geschreven is, maar dat de schrijver, toen hij het opstel nu liet
drukken, meende niet over Atjeh te mogen zwijgen, en er daarom
de blz. 49, 50 en 51 tusschen heeft geschoven. Deze bladzijden
staan er wel wat vreemd tusschen in en bevorderen de eenheid in
het werkje niet.
Zeker is die verhandeling al vroeger geschreven, want ge kunt
zien er is een jaren lange studie voor noodig geweest om haar samen
te stellen. Zoudt gij kans zien, zoo'n werk in een paar maanden
te leveren Zeker nietmij zou het ten minste veel meer tijd
kosten.
Ja, hernam ik, dat is zeker waar, en verhoogt de waarde der
studie van Maurits. Maar, waar ik eigenlijk op neerkomen wilde,
het Militair Tijdschrift dient die studie te bespreken. De //inland
sche vijand" is me wel niet ter recensie toegezonden, maar in eene
zoo belangrijke zaak moet het goed geachte gereleveerd en datgene
wat men verkeerd vindtbestreden worden.
Als ge al het goede wilt releveeren, kunt ge het boekje wel haast
overdrukken. Eaadt uwen lezers aan het te koopenhet boekje
kost maar één gulden en er is zeker meer uit te leeren. Bestrijd
alleen hetgeen volgens uwe meening verkeerd is; dat is voldoende.
Laat nu eens hooren, wat ge verkeerd vindt.
De feiten die de schrijver opsomt, zijn zeer juist en der be
hartiging overwaardig. Hij heeft er echter gevolgtrekkingen aan ver
bonden die m. i. niet te sterk bestreden kunnen worden. Luister
maar eens
//de geschiedenis der westersche oorlogen zal ons
tot groote schade wezen, indien wij ons door haar laten onderwijzen
in de kunst om in onzen archipel den oorlog te voeren. En, ont
kennen wij het niet, wij laten ons door haar onderwijzen.
Daarom hebben wij millioenen en millioenen verspild aan
het zoeken van een defensiestelsel, hetwelk wij nu nog niet gevon
den hebben. Daarom werd de vesting Soerabaja, nog in onzen
dienstijd, opgebouwd en weder afgebroken; zijn de kostbare citadel
len slechts daargesteld, om vervolgens weder nutteloos verklaard te