33S Hiertegen bestaan twee bezwaren: vooreerst heb ik geen over drukken meer, en ten tweede ken ik het adres van Maurits niet. Hij is echter, blijkens zijne aanhalingen over de Pasoemahexpeditie, met het tijdschrift bekend en zal dus ook de door u bedoelde op stellen wel gelezen hebben. Die opstellen schijnen dan weinig overtuigend geschreven te zijn; een generale staf, zegt Maurits, staat gelijk met het vragen van een zijden staatsiekleed door eene vrouw, die prijs stelt op weelde ten koste harer huishouding. Om de vergelijking te volgenzou ik zeggen, dat de meusch niet van brood alleen leeft. Als ge getrouwd zijt, moet ge niet alleen zorgen dat de vrouw te eten heeft, maar ze moet ook fat soenlijk gekleed voor den dag kunnen komen. Wat baat het, of we al goed vechtende soldaten hebben, als de leiding ontbreekt? Evenals de barisan van Madura, zooals de schrijver zegt, minder bruikbaar is door het gemis van Europeesch kader, ofschoon de man schappen, als ze bij het leger ingedeeld waren, zeker niet bij de andere soldaten achter zouden staan, zoo is ook ons leger minder bruikbaar, zoolang de bevelhebber eener expeditie de middelen mist, oin deze tot in de details behoorlijk te leiden. Een der vele vereischten van een goed staf-officier is eene grondige kennis van de verschillende wapens en van hunne doel matige samenwerking te velde. Waar die kennis ontbreekt, laat de leiding eener expeditie natuurlijk te wenschen over. Stel, dat Maurits stafofficier was; wat zou hij, die dan toch zeker tot de goeclekumi ge officieren van ons leger behoort, dan, met zijne be grippen, met de mineurs uitvoeren Ze of onmogelijke eischen stellen, of ongebruikt laten. Op blz. 531 van den jaargang 1870 van het militair tijdschrift wordt terecht gezegd, dat, wanneer men bij onze Indische krijgstoch ten over goede staf-officieren had kunnen beschikken, '/vele begane misslagen zouden voorkomen en het verlies aan menschenlevens min- der groot zou geweest zijn; de keuze der bivouacs ware niet in strijd geweest met de eerste daarvoor te stellen eischen, de voorposten dienst ware behoorlijk uitgevoerd, naar een vooraf beraamd plan zou geageerd en de kolonnekommandanten minstens van instructiën voorzien zijn, in één woord, uit alles zou gebleken zijn, dat men in Nederlandsch-Indië eenen werkelijken, en geen gelecjenlieidsizi bezat. Daardoor zouden zeer zeker vele expeditiën spoediger be ëindigd zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 345