Bestond nu de veldwacht uit 3 x 12 man dan zou dat voldoende zijnmaar om de aflossingen niet te vermoeienvoegt men daarbij nog 12 man, voor den patrouille- en ordonnaneendienst. Iedere veldwacht bestaat dus hier uit 48 man. Men heeft dus noodig, tot bewaking van een kolonne van 600 man, 3 X 48 144 manschappen, bijna het 1/4 gedeelte dus der troep, terwijl in den gebruikelijken voorpostendienst het 1/3 gedeelte daartoe gebezigd wordt. De afstanden en van de schildwachten onderling, én van deze tot de veldwacht, én van de veldwachten tot het hoofdkorps zijn middel matig gesteld. Kan men die distanties zonder gevaar grooter nemen, dan heeft dit natuurlijk een' gunstigen invloed op de hoegrootheid van het ge deelte, benoodigd voor den veiligheidsdienst. Het piket is niet mede in deze berekening begrepenomdat deze dienst niet als wachtdienst kan aangemerkt worden. Hoe grooter het korps dat bewaakt moet worden, hoe voordeeliger het cijfer der verhouding wordt van het tot beveiliging benoodigde aantal manschappen. Verschil in dag- en nachtdienst behoeft niet te bestaan dan in hoogst zeldzame gevallen. Men zal mij misschien tegenwerpen, dat mijn voorbeeld niet ge lukkig gekozen is, omdat men in Indië zelden met kolonnes van 600 man zal ageeren, en de meeste expeditie-kolonnes slechts 200 a 300 man sterk zijn, of dat een groote kolonne in zulke afdee- lingen wordt opgelost. Zeer waar, maar nog daargelaten de opmerking, dat in den laat- sten tijd dikwerf groote troepenafdeelingeu uitgezonden zijn om een opstand te beteugelen, en kolonnes van 600 man dus ook in den vervolge geen zeldzaamheid meer zullen zijn zoo is het naar mijn inzien duidelijk, dat dit stelsel volkomen zijne toepassing, ook bij eene kleinere kolonne, kon vinden. Het is waarer wordt dan meer krachts-inspauning der manschap pen gevergd, maar dit zal altijd het geval zijn, welk veiligheids stelsel men ook in praktijk moge brengen. Stel, dat eene kolonne van 200 man op marsch is in een vijan delijk land en dat men, in bivouac gekomen, zich aan alle zijden tegen een mogelijkeu aanval zal moeten dekken. Voor of gedurende den marsch worden 80 man bestemd om voorde vei ligheid te waken van den troep, wanneer deze in bivouac zal gekomen zijn. 348

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 355