28 De geblesseerden waren uitmuntend verzorgd en verpleegd en de kapitein Aneinaet en de luitenant van Dentzsch waren beiden aan de betere hand. Weldra ging men onder stoom en de terugkeerende officieren en manschappen hadden wederom een lauwer te meer behaald voor het dappere Indische leger, eene schoone bladzijde te meer geleverd voor de Indische krijgsgeschiedenis en voor dat leger eene rechtmatige aanspraak te meer verworven op de dankbaarheid van de geheele Nederlandsche natie. Bij het beschrijven van een Europeeschen veldtocht is het de gewoonte, te eindigen met eene critiek van het gebeurde; men toetst de feiten aan de regels der krijgskunst en aan die van het gezond verstand; men toont de fouten aan die begaan zijn, en de wijze waarop die vermeden hadden kunnen wordenmen onderzoekt de oorzaken en gevolgen van deze en gene handeling, men wijst in één woord de klippen aan, waarop het genie van den veldheer schipbreuk kan lijden. Wilde men bij het boekstaven eener Indische expeditie op dezelfde wijze te werk gaanwilde men de regels der tactiek toetsen aan de handelingen van dezen of genen bevelhebber, men zoude voorzeker tot wonderbare resultaten komen. Hier is het in de eerste plaats het gezond verstand en de inge ving van het oogenblik, welke die handelingen besturen; en men kan dan ook bijna met zekerheid zeggendat er geen twee expedition in onze overzeesche bezittingen kunnen worden aangewezen, die op elkander gelijken. Toch willen ook wij deze bladzijden eindigen met eenige opmer kingen, die wellicht nuttig kunnen zijn. Ten eerste wenschen wij te wijzen op het hoogst noodzakelijke eener verkenning vóór den aanvaleen regeldie hier in Iudië maar al te dikwijls wordt verwaarloosd, waardoor meesttijds onnoodig eenige menschenlevens .meer in de waagschaal worden gesteld. Had men hier Oesson-Dau niet vooraf behoorlijk verkend, had men in de eerste opgewondenheid de rots in front bestormd, het had voorzeker tot niets geleiddaar de kampong van die zijde onge naakbaar bleek te zijn. Yerder lezen wij, dat bij den marsch naarTampirah onder anderen de patroontasschen werden achtergelaten en vooraf gemaakte patroon zakjes werden medegenomendie ieder twintig patronen konden bevatten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 35