Het is ou8 niet bekendof de in 1856 gebruikt wordende patroon- tasch van hetzelfde model was als de tegenwoordige, doch het komt ons ook thans nog zeer wenscheiijk voor, de patroontasch door dergelijke zakjes van de eene of andere waterdichte stof te vervangen. Ten laatste nog een enkel woord over het nut van hulptroepen. In den regel heeft men van die troepen meer overlast dan nut, hetgeen ook wederom bij deze expeditie is gebleken zooals we toch boven reeds aanhaalden, waren de Alfoeren tot de bestorming niet te bewegen. Yoor de voorpostendienst zijn ze echter met vrucht gebruikt, daar zij nooit te vergeefs alarmeerden en uiterst waakzaam waren; de hulptroepen van Tomboekoe hebben bij den bouw van het kam pement goede diensten bewezenterwijl de Bangaaiers en Pelengers als dragers uitmuntend hebben voldaan. Het is dus voor den chef eener expeditie, waaraan hulptroepen zijn toegevoegd, van het hoogste belang, die troepen eenen zoodanigen werkkring aan te wijzen als het meest met hunnen natuurlijken aanleg overeenkomtdaartoe is kennis van land en volk een eerste vereischte. Hiermede eindigen wij deze regels, in de hoop, dat daarmede het voorgestelde doel, versterking der belangstelling in de daden van oi}s Indisch leger, is bereikt geworden. P. v. A. 29

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 36