betaald worden, dat hun bestaan tot op zekere mate onbekommerd mag lieeten. Mogen we de berichten der dagbladen geloovendan zal de tegen woordige Minister van Koloniën, die persoonlijk heelt kunnen aan schouwen hoe de zaken stonden eenige jaren geleden, en weet, hoe de toestand sedert door toenemende duurte is verslimmerd, gevolg geven aan den aandrang van het Indisch legerbestuur en van de In dische regeering ten deze. We doen dus geene verwijten aan re- geeringspersonenmaar alleen aan "hen, die, helaas! in hunne on bekendheid met Indische toestanden het hunne er toe willen bijdra gen om den tegenwoordigeu toestand, tot nadeel van den goeden geest in het legerte bestendigen. H et hooge woord moet er uit vraagt men meer hooge rangen in het leger, in het belang der be vordering, die hier slechter is dan in Nederland ook al in 't na deel van den goeden geest in het legeromdat een luitenant kolonel hier vaak een belangrijker kommando heeft dan een generaal in Nederland, dan is het: maak geen vergelijkingen; spreekt men over tractementsverhoogingdan is het daarentegen//en wij dan In 's Hemels naam, geachte recensent, stook toch het vuur van een onzaligen naijver niet aan! Gun toch aan lien die, ver van hunne betrekkingen verwijderdin een niet met hun gestel overeenkomend klimaat, vaak gezondheid en leven aan het moederland ten offer brengen, althans eene behoorlijke materiëele positie. Gij spreekt, aan het slot van uw opstelover eene neigingom eene soort van antogonismus aan te wakkeren tusscheu ons leger en het leger in het moederland. Die bedoeling is verre van ons geweest; nooit hebben de Indische officieren hunne Hollandsehe kameraden de tal rijke verbeteringen benijd, die het Hollandsehe krijgswezen in de laatste jaren onderging. Wij vragen echter, of wij de door den re censent uitgebrachte beschuldiging niet althans met evenveel recht op hem-zelven terug kunnen werpen? Op hem, die ons blijkbaar 'onze //hooge'' tractementen en pensioenen benijdt? Wij herhalen met den recensenthet is verkeerd en slechtbeide legers te willen scheiden of van elkander te vervreemden. Een twintig jaar geleden toen de bevordering in Indië nog zoo veel beter was dan in Holland, kwam een Indisch hoofdofficier met verlof in Nederland. Een zijner tijdgenootendie nog den kapi teinsrang bekleedde, benijdde den gelukkigen kameraad. //Ko lonel, wat hebt u het toch goed getroffen." Ja, was het antwoord, dat zegt ge weleen vijf en twintig jaar geleden gingen we met 364

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 371