zoodanig zijndat de troepen niet vertroeteld worden maar dat zij
in gehardheid en krijgstucht winnen.
Bij de oorlogs-marschen heeft men daarentegen minder met een
van te voren juist bepaalden tijd te doenom zekeren weg af te
leggenin den regel heeft men hier kleinere afstanden te doorloo-
pen, afstanden tusschen de eene positie en de andere, of om bij den
vijand te komen en hem slag te leverenmaar altijd onder eene
voortdurende zorg voor de slagvaardigheid der troepen. Alle oeko-
nomische en philantropische overwegingen treden dan meer op den
achtergrond, zij maken plaats voor de beschouwingen op het gebied
van tactiek, veiligheids-dienst en tijdsbesparingwant men wil zoo
veel mogelijk snelin veiligheid en met de minste opoffering van
krachten marcheeren.
Welke practische marschregels nu heeft men bij de vredes-marschen
in acht te nemen? Wanneer er alleen sprake is van vredes-marschen,
dan kunnen wij alles wat betrekking heeft op de marsclilengte en
marschsnellieidde geforceerde marschen het etappen-stelsel, enz.,
hier buiten beschouwing laten, omdat deze punten meer de aandacht
verdienen bij de oorlogsmarschen.
Bij de vredes-marschen danheeft men te letten op
1°. de keuze en gesteldheid der wegen, met in achtneming van
alle oekonomische overwegingen; smalle wegen zijn hinderlijk voor
kavallerieomdat de diepte van de marcheerende kolonne te groot
wordt; bergachtige wegen zijn voor haar ook niet gunstig, wanneer
namelijk de fourage op wagens geladen wordt, die de kolonne achter-
aativolgen; men laat daarom, waar dit mogelijk is, de kavallerie,
bij groote marschenop vlakke terreinende artillerie op de groote
en harde wegenwaar tevens goede bruggen zijn te vindenen
de infanterie op de kortste naar het doel voerende wegen marchee
ren; waar deze regel geheel gevolgd kan worden, daar kan men er
zeker van zijn, dat ook de krachten van troepen en paarden het
meest gespaard blijven;
2°. het marcheeren met een breed frontmen. marcheert liefst met
een zoo breed mogelijk front, maar dit moet niet worden overdre
ven, waar de breedte van den weg en het niet bebouwd zijn van den
grond aan weerszijden van den weg zulk een marschvorm. min of
meer toelaat, omdat bij een groot front de manschappen niet 'zoo
gemakkelijk in onderling verband blijven marcheeren als bij geringe
frontbreedtevoor kleine troepenafdeelingen is dan ook de marsch
met verdubbelde rotten (de marsch met vieren) de beste marschvorm;
383