tact om van liet terrein een goed gebruik te maken, het geven van korte, duidelijke bevelen, eene juiste opvatting van het algemeene doel der beweging en van den rol, dien de verschillende korpsen en wapens daarbij vervullen, en eindelijk volkomen zelfstandigheid van de chefs der onderafdelingen om zoo noodig van gegeven orders af te wijken diegene toch, welke die orders geeft, kent niet altijd de omstandigheden, waarin de onderbevelhebbers verkeerenslaaf- sche opvolging van gegeven orders kan op den afloop van het ge vecht dikwerf een uiterst nadeeligeu invloed hebben. Menig waar schuwend voorbeeld dienaangaande is in de krijgsgeschiedenis te vinden. Besluitvaardigheid, tact om van terrein en omstandigheden een doelmatig gebruik te maken, zelfstandigheid en duidelijkheid in het geven van bevelen, kan men door eenvoudige studie uit boe ken en opgaven minder gemakkelijk verkrijgenwel kan een oordeelkundige behandeling van de grondregelen der tactiek en de feiten der krijgsgeschiedenis daarbij van groot nut zijn, maar theorie alleen is tot het verkrijgen van genoemde eigenschappen zeer onvoldoende. De werkelijke oorlog is hier zeker de beste leer school, maar lang niet allen komen ten onzent in de gelegenheid, die school te doorloopenterwijl bovendien zij die wel, en soms duur genoeg, die lessen ontvingen, er niet dan moeielijk toe zullen over gaan, een minder goed succes aan verkeerde maatregelen toe te schrij ven, maar altijd elders de oorzaken daarvan zullen zoeken; zoodat dan hun verkregen ondervinding, wel verre van anderen tot voordeel te zijn, eene menigte verkeerde denkbeelden doet ontstaan, die alleen door eene scherpe critiek voor betere kunnen plaats maken. Tot heden echter werd er nog niet veel critiek over onze krijgsverrichtingen gehoord, maar heeft men er zich hoofdzakelijk toe bepaald, die en kel en alleen naar den einduitslag te beoordeelen, zonder dikwijls na te gaan, of die uitslag bij andere maatregelen niet beter had kun nen zijn of eerder bereikt had kunnen worden. De verkregen onder vinding heeft dan ook tot heden nog weinig nut gehad, terwijl toch bij erkenning van begane misslagenoneindig veel leerrijks uit de talrijke en menigmaal zoo schoone daden van het Indische leger te putten zou zijn, mits men dan ook de, door de pas begane fouten, opgedane ondervinding, onder het aangeven van de middelen ter verbetering, ter kennis brenge van de nog onervaren wapenbroe ders. Oefening, voortdurende oefening, zoo nabij mogelijk aan de 32

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 39