408 onverbiddelijke gestrengheid voor eiken inbreuk op de krijgstucht en voor alles, waardoor de militaire broederschap schade zou lijden. Vergeet het nooit, dat deze broederschap, de esprit de corps, de voor naamste kracht van een leger uitmaakt. Wees steeds het voorbeeld van den soldaat, zoowel in als buiten dienst; plichtbesef moet van boven naar beneden afdalen. Om overwicht te behouden over de minderen, moet de officier alle reglementen ten volle kennen, ze kunnen uitleggen en doen uitvoeren moet hij bekend zijn met de tactische éigenschappen der verschillende wapensmet topografie en met het lezen van kaarten. Dit laatste is onmisbaar voor elk-officier, gemakkelijk te leereuen het onderscheid tusschen hem, die een kaart begrijpt en hem, dit niet kan, is gelijk aan dat tusschen een bijziende en iemand die op grooten afstand kan onderscheiden. Waar geene natuurlijke dekking bestaat, moet de troepenofficier ze spoedig en goed weten te scheppenzich daarbij echter tot het ■volstrekt noodige bepalende, want alle dekkingsmiddelen verminderen licht den strijdlust [élan). Men leert niet alles uit reglementen en handboeken; lees en herlees daarom de werken over krijgsgeschiedenis en denk na over de hande lingen der aanvoerders. Onderwerp u echter nimmer blindelings aan het gezag des schrijvers, hoe groot dat gezag ook zijn moge, maar onderzoek zijne denkbeelden. Ontdekt gij de reden niet van eene uitspraak, gelooft deze dan niet, al was zij van Napoleon. Gedurende het gevecht ondersteunt men de strijdenden eerst na den vijand verslagen te hebben denkt men aan de gewonden. Wie de gelede ren verlaat om zich gedurende het gevecht met dezen te bemoeien, is een lafaard en geen braaf mensch; het is hem niet te doen om zijne kameraden te helpen, maar om voor zijn eigen leven te zorgen. Meng u niet in de rechten uwer ondergeschiktenzoolang deze hun plicht doen. .Gedurende de exercitie of het gevecht blijve ieder in zijn rol; de bataillonskommandant kan niet tegelijk de kommandant van elke kompagnie zijn. Ieder zij verantwoordelijk voor zijne taak, maar de chef wake, dat elk steeds zijn plicht naar behooren vervult. Oefent den troep zonder ze te plagen. Uit dit oogpunt beschouwd is niets nadeeliger dan dat men den troep lang vóór den dienst onder de wapens laat komen. De werkelijke dienst duurt dan slechts 2 of 3 uren, maar de nuttelooze vermoeienis'duurt veel langer. 'Journal de Tarmée Be.lge).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 415