414 moeielijk te vervullen voor den soldaat in den waren en edelen zin van het woorddie het hart op de ware plaats heeft, die doordrongen en vervuld is van de ridderlijke plichten, die zijn stand in het al gemeen, en het ridderkruis in het bijzonder hem opleggen; om kort te gaan, niet moeielijk te vervullen voor een ieder, //wiens hart voor Land en Koning gloeit Neen! ontrouw aan den riddereed, ze kan niet bestaan; en even als de Spartaansche wetgever Draco bij zijne vreeselijk strenge en bloedige wet geene straf bepaald had tegen vader- of moedermoord, omdat die misdaad naar zijne begrippen onbestaanbaar was, evenzoo geloof ikdat strafbepalingen voor het schenden van den riddereed omioodig zijn; moge dit mijn en, naar ik vertrouw, ook uw geloof nimmer beschaamd worden! Zoo als ik zooeven gezegd heb, wensch ik nog eenigszins nader het devies «voor Moed, Beleid, Trouw," waarmede de M. W. O. prijkt, te bespreken. Al aanstonds komen er dan drie vragen bij mij op, en deze zijn: wat moet er hier verstaan worden onder moedwat onder leleid en wat onder trouiv? Er zijn onderscheiden soorten van moed; de man, die, verslaafd aan de eene of andere den mensch ontsierende hartstocht, eensklaps zijne oogen ziet opengaan en, terugdeinzende voor den aan zijne voeten geopenden afgrond, zich daardoor man gevoelt, en door zijn wilskracht alléén zich van zijn gebrek geneest, die man reha biliteert zich niet alleen in het oog van iederen weldenkende, maar hij toont ook eenen zedelijken moeddie maar zeer zeldzaam gevon den wordt; uiterlijke en zichtbare belooningeu voor dien soort van moed zijn voorzeker niet te vinden; hier toch gold het een zeer individueel belang, en hoewel ieder rechtschapen mensch zich zal en moet verheugen over de door hem betoonde wilskracht, ja moed het is en blijft toch zeer zeker zijn eigen ik, dat hier op den voor grond heeft gestaan; geene algemeene belangen, ten minste in wereld- schen zin, zijn er door bevorderd geworden. Maar het zelfbewustzijn, alleen door eigen wil en geestkracht de vreeselijke kwaal overwonnen te hebben, die op het punt stond hem voor altijd en eeuwig te gronde te richten, dat zelfbewustzijn zal in dit geval voldoende belooning zijn. Er behoort moed toe, om zich te verheffen boven de kwaadsprekend heid en den laster der wereld en, in de overtuiging dat men den góeden weg heeft ingeslagen, rustig en kalm, zonder af te wijken, zijn pad

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 421