416 ieder, die voor het eerst een kogel langs zijne ooren hoort fluiten, buigt zonder het bijna zelf te weten het hoofd eigenaardige beweging voorwaar, die door de soldaten der oude garde van Napoleon dan ook zeer eigenaardig gedoopt werd met de uitdrukking: ntirer sa révêrance aux bowletshetgeen ten naasten bij vertaald zou kunnen worden door: //zijn compliment voor de kogels maken." De bedaarde, overleggende moed is een gevolg van redeneering en daartoe is het noodig, dat de wilskracht sterker zij, dan de natuur lijke vrees of zucht tot zelfbehoud. Een schoon voorbeeld van moed en doodsverachting vinden wij in Murat, den ridderlijken ruiteraanvoerder van het eerste Keizerrijk, die bij Jena, met een karwats in de hand, aan het hoofd zijner dap pere escadrons chargeerde. Volgens sommiger beweren zou men van daag een held en morgen een lafaard kunnen zijn. 't Is mogelijk, maar waarschijnlijk geloof ik het niet. De ware moed toch is een uitvloeisel der wilskracht. Doch hoe het ook zij, dit staat vast, dat steeds hij in de ure des gevaars het rustigst op zijn post zal staan, die geleerd heeft zich- zelven te beheerschen en op zich-zelveu te vertrouwen. Laten we allen daarnaar streven Het tweede te bespreken woord van het devies der M. W. O. is beleid, en voorzeker, dat woord alléén, gelezen on een kruis, dat bestemo is om militairen, van welken graad ook, voor hun gehouden gedrag te beloonen, moet het hart, ook van ieder minder militair, vlug ger en warmer doen slaan, hem het hoofd hooger en fierder doen ver heffen, en zijn gevoel van eigenwaarde aanmerkelijk vermeerderen. Dat kruis, tot het verwerven waarvan ook beleid noodig is, kan ook zijn deel worden; van dit oogenblik af aan houdt hij op eene machine, een bloot werktuig te zijn; hij neemt plaats in de rij der- denkende, volgens, oordeel handelende wezens. En inderdaad, de soldaat is geen werktuig; moge dan ook al ter instandhouding der zoo hoog noodige subordinatie eene ijzeren onder geschiktheid in de militaire huishouding noodzakelijk, ja onvermij delijk zijn, tegenover den vijand, te midden van het vuur, moet wel degelijk zelfs de minste soldaat, altijd met inachtneming der ontvangen bevelen van hooger hand, zelfstandig denken en handelen. De tirailleur, ofschoon onder de leiding van zijnen chef, moet wel degelijk beleid betoouen, als hij de eene of andere beweging mede uitvoert, hij kan en moet wel degelijk door zijn zelfstandig en beleid vol gedrag er toe bijdragenom die beweging te doen gelukken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 423