428 Dat dit evenwel ten eeneninale met de waarheid strijdig was, is zeker. Altijd werden zij geslagen en dat was zeer zichtbaar, want ze werden al langer hoe voorzichtiger. Terwijl ze vroeger op vrij korten af stand, waarbij sommige ruiters op hun paard gingen staan, zeker nog denkende aan. de vuursteengeweren van vroegeren tijdde troepen door gebaren en schreeuwen als uitdaagden, toonden zij later vrees voor ons beter geweervuur en hielden zij zich meestal op een afstand. De berichten uit Boni kwamen tot mij, door de bergdistrikten, en over Maros en Macassar, waar maatregelen genomen waren, om mid dels spionnen, zoo veel mogelijk, op de hoogte te blijven van hetgeen in dat rijk voorviel. Op de oostkust werden wijdoor koningin en hadat, in de strengste afzondering gehouden, waarvan ik later een voorbeeld mededeelen zal. Het was noodig, aan dien toestand van twijfel een einde te maken, en daarom stond het bij mij vast, bij de eerste gunstige gelegenheid de besteeenen slag te slaandie den vijand voor goed de gelegen heid zoude benemen, om met eene nieuwen zegepraal te pronken Nog zes dagen verliepenalvorens den opmarsch naar Boni kon onderno men worden. Behalve de beide eerste dagen, regende het schier dag en nacht door, en zoo als het alleen op Celebes kon regenen, dat wil zeggen, zoo dicht, dat men er, op slechts weinige passen, niet door heen kon zien. De weeke bouwgrond, die kórt bij Badjoa begon, en tot Boni en verder doorliepwas zoo drassig en gladdat men er met moeite op stond, en er zich nog moeilijker op voortbewoog. Beslagen paarden kregen zulk een dikken en verharden klei klomp in de hoef, die daarin door het hoefijzer werd vastgehouden, dat ze zich niet snel konden bewegen, en het moeite kostte, ze van die puntige klompen, die hoe langer de paarden liepen harder werden, te ontdoen en het was vooral op de kavallerie, dat ik rekende, om het succes, waarmede ik mij vleide, te voltooien en zoo volledig mogelijk te maken. Men verlieze, bij die vertraging, niet uit het oog, dat de over schatting der Bonische krijgsmacht, met die hunner helpers, nog altijd voortduurdeofschoon, sedert de geleverde gevechten wel eenigs- zins verminderd. Die gevechten beschouwde ik evenwel slechts als schermutselingen; als de inleiding tot die, welke om en bij de hoofd plaats zouden moeten worden geleverd. Bij inij toch stond het vast, dat zij daar met hunne geheele macht zoude vereenigd zijn, om die vorstelijke en versterkte verblijfplaats ten hardnekkigste te verdedi gen. Alle berichten bevestigden mij iu die meening. De commis-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 435