439 27931815 in gebruik waren. Na de invoering der getrokken tromp!aders heeft men bijna algemeen in gebruik genomen de iwee- rjelederenstelüng behalve o. a. in Pruisen het holle carré en de formatie in Jcompagnies-holonneswelke na 1866 in bijna alle Euro- peesche legers het burgerrecht hebben verkregen. In 1847 werden zij reglementair bij het Pruisische leger voorgeschreven. «Dit was echter" zegt de heer E. //niets anders dan de toepassing van een oud denkbeeld. Reeds in 1770 werd de genoemde formatie be proefd door den hertog de Broglie, als een protest tegen de linie- taktiek. Bliicher beval het gebruik van kleine kolonnes bij de ver dediging van dorpsomheiningen en boschranden. Be maarschalk Bu- geaud maakte in Afrika veel gebruik van kleine taktische lichamen, meestal kompaguiën, die de tirailleurlinie op geringen afstand volgden." Na het jaar 1847 werden de kompagnies-kolounes ook in Nederland reglementair ingevoerd (bladz. 2 en 3). Maar de kompagnies-kolounes moeten slechts als hulpformatie be schouwd worden. De voornaamste hoofd-formatiën worden door den heer E. op bladz. 2958 van zijn werk aangegeven zij zijn de linie-, Monne-, carré-, échelon- en échiquier-f'ormatie. De linie-stelling kan in twee hoofdschakeeringen verdeeld worden de gesloten orde en de verspreide orde. Het onderscheid hiervan is bekend. Bij de gesloten orde heeft men op de diepte der gelederen te letten. Die diepte is ten allen tijde bij de verschillende legers ook zeer verschillend geweest. De phalanx der Grieken had eene aan merkelijke diepte, die bij ongeoefende en minder dappere infanterie toenam. Tijdens den Peloponesischen oorlog (431404 v. C.) be stond de phalanx uit 8 tot 12 gelederen. Alexander de groote bracht de Macedonische phalanx op eene diepte van 16 man. De Romeinen plaatsten hunne infanterie op 10 gelederen. Tijdens Gustaaf Adolf was de infanterie bij sommige legers op 35 gelederen geplaatst. Hij was het, die deze diepe stelling voor zijne infanterie tot op 6 gelederen verminderde. De verbetering der haudvuurwapens en de groote vorderingen op het gebied der artillerie hebben die diepe gelederenstellingen doen verdwij nen en de tegenwoordige liniën slechts 2 of 3 man diep gemaakt. Volgens den heer E. heeft de liniestelling op twee gelederen altijd eu terecht gegolden als de vorm, waarin de infanterie het meeste o O Riistow, De oorlog in zijn aard, middelen eu doel. P.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 446