449 Hiermede staken wij onze beschouwingen over het werk van den heer Evenwel. Het komt ons, onder verbetering, voor, dat hij daar voor een anderen titel had moeten kiezen. Niet eene taktiek der infanterie daar ontbreekt veel aan maar hoogstens, wat de Engelschen zouden noemen eenige tactical essays heeft hij geschre ven. Zouden wij nog aanmerkingen willen maken, dan vinden we dat de kompagnies-kolonnes wel zoo goed in hoofdstuk IX op hare plaats zijn en de duidelijkheid der redactie van de 3C alinea op bladz. 20, van de H op bladz. 21, van de 2" op bladz. 24 en de 3° en 4fi op bladz. 56 wel wat Ie wenschen overlaat. Maar de weinige ge breken van het werk worden overschaduwd door het vele goede dat men er in vindt. Onze Indische kameraden kunnen er gerust kennis mede maken, en die kennismaking zal hun, even als het ons deed, genoegen „doen. Onze kritiek moge wellicht reeds veel eerder door den schrijver zijn verwacht maar tot onze verantwoording leggen wij de getuigenis af, niet tot het ras der bezoldigde critici te belmoren, die onmid dellijk na de verschijning van een boek zonder daarvan dikwijls veel meer dan den omslag te hebben gezien het lezend publiek op hunne tirades en banaliteiten vergasten. P. Juli 1873.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 456