453 Wat wij dan zouden wenschen P Een kleeding-reservefonds, onder den een of anderen vorm. Een infanterist krijgt nu eene jaarlijksche vernieuwing ter waarde van ruim f 42.Werd deze som jaarlijks op zijn spaarboekje te goed geschrevenmet de bepalingdat zij daarvan alleen, behalve bij het verlaten van den dienst, weder mag worden afgeschreven tot vergoeding van schulden aan den lande voor op schuld ontvangen kleeding enz., dan zou het bezwaarbenadeeling der krijgstucht, geheel opgeheven zijn; dan zou eene billijke premie gesteld zijn op zuinigheid; dan zou de goed oppassende militair, m het burgerlijk leven terugkeerende, al dadelijk over een klein kapi taal kunnen beschikken dat hem ten zeerste te stade zoude komen. Administratie-bezwaren bestaan hiertegen niet, want het .kleeding- reservefonds kan samengesmolten worden met het toch reeds bestaande spaarfonds. Bovendien, de belangen van het leger gaan voor! Wij geven hier een denkbeeld aan, dat ons, bij bespreking met onze kameraden, bleekdoor velen goedgekeurd te worden. We onderwerpen daarom dat denkbeeld en onze boven geschreven beschou wingen aan het oordeel der inachthebbendeu, doch zullen gaarne bestreden worden door hen, die tegen ons voorstel gegronde bezwaren kunnen aanvoeren. Eene zaak staat echter bij ons, en we gelooven bij het geheele leger, vast: de thans bestaande bepalingen zijn niet goed en eischen herziening.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 460