455 dende tegenspoed trad in de plaats van den voorspoed, dien men verwachtte. De Duitschers daarentegen volgden den raad van Na poleon: //voert den krijg offensiefin den regel op, zoowel in strategischen als in tactischen zin. Met eene bevreemdende eenparigheid werd in den laatsten tijd aangenomen, dat de talrijke verbeteringen in de draagbare vuurwa penen en in de vuurmonden voortaan elk denkbeeld van tactischen aanval buitenslotende infanterie zou dus aan het eens inge nomen terrein gebonden en op het slagveld onbewegelijk zijn. Wan neer men deze aangelegenheid echter van naderbij beschouwt, merkt men op, dat de juistheid van het schot der achterlaadgeweren en der getrokken kanonnen vooral te vreezen is op een vast doelwaarvan de afstand, na eenige proefschotennauwkeurig berekend kan wor den. Nu kan wel een in beweging zijnde troep moeilijk salvo's van veel uitwerking gevenmaar de aanvallende oorlogvoering brengt ook juist geene onafgebroken verplaatsing mede. Onderstellen wij, om de denkbeelden te bepaleneen troep infanterie die eene defensive stelling bezet, tegenover een andere die avanceert, dan kan de eerste nooit nauwkeurig den afstand berekenendie hem van den tweede scheidt, omdat die afstand elk oogenblik verandert. Hierbij komt, dat de verdediger licht in eene moreele stemming verkeertdie hem de afstanden te klein schatten en dus zijne patronen nutteloos ver schieten doet. De aanvaller, na met voldoende juistheid aanvankelijk den afstand vaii de tegenpartij berekend te hebbenkan bij elke verplaatsing nauwkeurig rekening houden met het gewonnen of ver loren terrein, en wanneer zich eene gunstige stelling aanbiedt, daar eenige zeer werkzame schoten doen, zich vooruitbegeven en weer eene andere stelling innemen. Men zal ons tegenwerpen, dat de Duitsche artillerie in 1870, de domineerende hoogten bezettende, op 2000 pas afstand veelal een krachtig vuur opende op de massa's Fransche infanterie en kavallerie, dezen volkomen desorganiseerden voordat zij zich konden deployeeren, en aldus elke aanvalsformatie daarna onmogelijk maakte. Wij ant woorden daarop, dat men zeer goed offensief kan handelen, zonder diepe massa's aan de artillerie des vijauds bloot te stellen op afstan den, waarbij de infanterie die artillerie niet kan beantwoorden. Hoe- vele malen hebben niet Duitsche bataillons in verstrooide orde sterke positiën aangevallen en genomen Het juiste schot der artillerie op afstanden van hoogstens 2000 pas wordt verkregen door de kennis van den afstand des vijands, waartoe telkens een paar proefschoten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 462