462
len der mij gegevene duidelijke bevelen, het niet bereiken van het
staatkundig doel zijn toegeschreven, dat men dan zeker van de ves
tiging had verwacht. Zwaar zoude mijne verantwoording zijn geweest,
of liever, ik zoude mij niet hebben kunnen verantwoorden; nog te
meer, daar ik sedert mijne optreding als kommaudaut der expeditie
weinig welwillendheid van het militair departement ondervond en
daardoor eenen grooten zekelijken steun miste. Het archief der ex
peditie zoude daarvan getuigenis kunnen afleggen, waarom ik wel
wenschte, dat het voor belanghebbenden toegankelijk was.
Maar zoo noodig, kan ik daarvoor toch ook een onwraakbaar ge
tuige aanwijzen in den luitenant-kolonel Pel, die mij een geruimen
tijd als chef van den staf heeft ter zijde gestaan en als zoodanig
kennis nam van alle gewisselde stukken.
Op bladzijde 304 laat de schrijver aan den chef der genie eene
tijdruimte van twee maanden geven, om de versterking te Badjoa
met hare gebouwen in verdedig- en bewoonbaren staat tot stand te
brengen.
Hoor mij ziju die niet gegevenen dat kon ik ook niet doen
want ik had toen reeds van den kommandant der zeemacht bij de
expeditie de kennisgave ontvangen, dat, bij het invallen van den
regentijd, waarop in de eerste dagen van April gerekend werd, de
reede van Badjoa voor de koopvaardijschepen onhoudbaar zoude zijn,
en alleen goed uitgeruste oorlogsvaartuigen daar konden verblijven.
Die kennisgave, die ik niet in den wind kon slaan, berust in het
archief der expeditie. Ik kon dus onmogelijk in het begin van Maart
twee maanden tijd geven voor de daarstelling eëner versterking met
hare gebouwen.
Is mijn geheugen mij niet ontrouw, dan oordeelde de genie-chef
aanvankelijk, dat voor een en ander eene goede 14 dagen zouden
noodig zijn. Intusschen vermeerderden de bezwaren, verminderden
de werkkrachten door de sterk toenemende ziekte en had men
aan vele benoodigdheden gebrekzoodat men zich zeer behelpen
moest.
Daarbij was de weersgesteldheid zeer ongunstig. Het regende bij
tijden zwaar, de grachten liepen vol en de arbeid van dagen ging
door afschuïving der opgeworpen kleiachtige aarde verloren, en zoo
werd het eene maand en langer eer de versterking gereed was,
niettegenstaande door de genie, en al wie daar verder bij betrokken
waren, rusteloos, met ijver en toewijding gewerkt werd.
Wijzigingen in het aanvankelijk project, zooals die door den