476
enkele gekwetste, laat staan doode, weder vlot, daarbij volgens het
journaal alleen geholpen door de Merapie, en niet ook door de
schroefkorvet Prinses Amalia.
Het was hier ook wel geweest, //veel geschreeuw en weinig wol."
Eene anecdote, die mij toen door een zeeofficier van dien tijd
is verteld, herinner ik mij nog.
Na afloop van het bloedlooze gevecht met de visschers van Siudjaij
vond een matroos in zijn blauw wollen hemdtusschen zijnen arm
en zijde, een puntkogel, die van den vijand moest en zoude af
komstig zijn. De man, natuurlijk ongewond, evenals zijn wollen
hemd geheel ongeschonden was, kon maar niet verklaren of begrij
pen, hoe die kogel zoo, op die plaats was gekomen, en het geval
verwekte de grootste verbazing aan boord, natuurlijk onder matrozen
en mariniers.
Wordt vervolgd.)
Padangden 8sten Juli 1873.
Waleson.
