478
er is geene mooglijkheid dien wil anders te breken dan door het
gevecht.
De stofl'elijke en zedelijke gevolgen nu van elk belangrijk gevecht
zijn zoo diep ingrijpend, dat zij meestal een nieuwen toestand schep
pen en tevens een nieuwen grondslag voor nieuwe maatregelen. Geen
operatie-plan kan zich met eenige zekerheid verder uitstrekken dan
de eerste ontmoeting met de hoofdmacht van den vijand. Alleen de
leek meent in den loop van een veldtocht de vooraf geregelde uit
voering van een grondplan te zien, dat in al zijne onderdeelen on
veranderlijk is en tot het einde is vastgesteld. Zeer zeker zal
de opperbevelhebber altijd zijn groot doel voor oogen hebben en zich
door de wisselvalligheden der gebeurtenissen niet daarvan laten afbren
gen, maar nimmer zal bij met zekerheid bij voorbaat de wegen en
middelen kunnen afbakenen met behulp waarvan hij het hoopt tê
bereiken.
Wij vinden in eene Memorie van den Pruisischen generalen staf,
reeds dagteekenende van den winter 186869, de uitgewerkte ont
werpen neergelegd, die betrekking hebben op de verzameling van
alle Duitsche strijdkrachten in geval van een oorlog met Frankrijk
en op het op de been brengen en de organisatie van de verschillende
legers, dat is te zeggen op den grondslag der latere operaties.
Als eerste doel vinden wij er aangewezen//de hoofdmacht van
den tegenstander opzoeken en ze overal aanvallen, waar men ze zal
ontmoeten." Niettemin worden in dit zoo eenvoudige plan de moei
lijkheden, eigen aan het werken met de //zeer groote massa's", noodig
om het te volvoeren, in aanmerking genomen, en reeds bij de eerste
bewegingen is het gemakkelijk als leidende gedachte het streven
te erkennenin het noorden de vijandelijke hoofdmacht af te snijden
van hare gemeenschap met Parijs.
De aangehaalde Memorie van den generaal von Moltkeeene
Memorie, waarmede wij ons hier in verscheidene opzichten moeten
bezig houdengaat in de eerste plaats de krachten van de twee legers
te velde na. Uitgaande van de onderstelling, dat Noordduitschland,
door de eischen van het vervoer en misschien ook door politieke
omstandigheden, beginnen zal met slechts over tien korpsen te be
schikken, schat hij deze laatsten op
330,000 man
waar tegenover Frankrijk in het eerste oogenblik niet meer zal stellen
dan
250.000 man,