480 zijn leger, dat België binnengerukt is, zich zeer moeten verzwakken te Brussel en voor Antwerpen. Wat den lateren voortgang van dat leger betreft, als het de Maas overtrekt, kunnen de Duitschers het nog beter bevechten door op de Moezel te steunen dan door Keulen tot basis te hebben, want zij dwingen dan den tegenstander front naar het Zuiden te maken en een' beslissenden veldslag aan te nemen terwijl al zijne gemeenschaps-wegen bedreigd zijn. Dewijl er grooter afstand is van Brussel tot Keulen dan van Mainz, Kaiserslautern of Trier tot dezelfde stad, zullen de Duitschers ook in dat geval bij tijds,voor hun Rijnfront komen. Frankrijk zou op geene geringere moeilijkheden stuitenals het Zwitserland's onzijdigheid aanrandde, waar het een sterk en goed georganiseerd volksleger zou ontmoeten. Maar bovenalde samentrekking van indrukwekkende strijd krachten aan de Moezel bedreigt Frankrijk en zijne hoofdstad zoo rechtstreeksdat de Franschen zich niet licht tin zulke verre onder nemingen zullen wagen. Wij kunnen dus met grond aannemen, zegt verder de Memorie, dat de Fransche troepen zich eerst zullen verzamelen langs de lijn Metz—Straatsburgom vervolgens op te rukken naar de Main (het best versterkte gedeelte van den Rijn omtrekkende)Noordduitsch- land van de Zuidelijke Staten te scheiden, met deze laatsten eene schikking te treffen en daarna, leunende op het Zuiden, naar de Elbe te marcheeren. Ook in die onderstelling blijft eene samentrekking ten zuiden van de Moezelja zelfs de samentrekking van al de beschikbare krach ten in den Rijn-Paltz of Beierschen Paltz of Rijn-Beierenhet beste middel om de plannen van de tegenpartij te verijdelen. De hoop op gemakkelijke overwinningen zou de Franschen wel kunnen bewegen met een gedeelte hunner troepen van Straatsburg naar Zuidduitschland te marcheeren. Maar eene operatie, die, den Rijn stroomopwaarts volgende, tegen hunne flank gericht werd, zou hun gemakkelijk beletten verder dan het Zwarte Woud door te drin gen, zij zoude heu dwingen zich een doortocht naar het Noorden te banen. Als het BadenschWurtembergsche korps eenmaal met den lin- Zou von Moltke ook zulk een gunstig getuigenis afleggen omtrent het Neder- landsche leger ÏK.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 487