41 geven. Het is duidelijk, dat daarop niet meer kan teruggekomen worden. Dit antwoord wordt door den vertrouwde aan de tegenpartij medege deeld op deze wijze: //Uwe patrouille no. 1 ziet daar eene patrouille des vijands, vermoedelijk tien man sterk van achter den pagger te voorschijn komen en onmiddellijk op het zien van uwe patrouille weder verdwijnen, wat doet de kommandant uwer patrouille"? Ook deze antwoordt hierop zooals hem het beste voorkomt, en volgt zijn marschroute of gaat een anderen weg uit. Hier treden dus de beide bevelhebbers als patrouillekommandanten op, en kunnen dus het bewijs leveren of zij die taak verstaan of niet; keuren zij het noodig, dat van de ontmoeting onverwijld kennis wordt gegeven aaiv den chel van het geheel, of wel aan het voorposten detachement, waartoe zij behooren, dan geschiedt zulks, doch ook dit bericht, door een der manschappen overgebracht, komt den opperbevelhebber ook eerst weder na een zeker aantal zetten ter oore en ook eerst in dien zet, waarin dit gebeurt, mogen zij van de verkregen kennis gebruikma ken, en hunne stellingen naar die omstandigheden wijzigen. Wanneer A en B gelijktijdig voor de kaart komen is het hun streng verboden, met elkander te spreken; zij vervoegen zich in alles tot den vertrouwde en moeten zich onvoorwaardelijk onderwer pen aan zijne uitsprakendaar anders misschien de hartstochten in werking zouden komen; critiek mag evenmin tijdens de oefening gehoord worden, wel echter na afloop daarvan; daarom worden ook zelfs de minst beteekenende voorvallen en bewegingen allen zorg vuldig opgeteekend door den vertrouwde, zoo mogelijk geassisteerd door een secretaris, want dit aanteekenen zal nog al tijd kostenzoo dat eene partij zeer lang zou duren als de vertrouwde alles moest doen. levens is het ook noodig, dat de beide partijen in het bezit zijn van eene schets der kaart, om daarop de stellingen der eigene troepen en hetgeen er van de bewegingen des vijands vermoed wordt of ontdekt is aan te teekenen; want ten allen tijde blijft de kaart met vellen papier gedekt, uitgezonderd dat gedeelte, wat de voorko mende persoon in de werkelijkheid zou kunnen overzien van de plaats, waar hij zich op de kaart bevindt. Bij die verschillende ontmoetingen van patrouilles en voortroepen, kan het zich somtijds voordoendat de partijen in gevecht raken; hoe alsdan beslist wordt, welke partij het onderspit delft, zal later besproken worden. Keeren wij nog een oogeublik tot onze onderstelling terug; de troepen van B naderen dus de, bij de brug in stelling staande'

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 48