488 vorst die genegenheid toe te dragen die één wordt met het gevoel van plicht en den eerbied voor de gestelde machten. De te voorkomende dunk, dien de officier van zich zeiven heeft, brengt er hem toe zich niet met het buitenland op te houdengeene vreemde taal noch inrichting van een anderen staat te bestudeeren. Men vermoedde zelfs in Frankrijk de diep ingrijpende verandering niet, die twee oorlogen in Duitschland hadden te weeg gebracht, noch den geest van solidariteit, van innige eenheid, die er uit was voortgesproten, en men was verwonderd zich tegenover eene gelijke wederpartij te bevinden. Er waren slechts weinige mannen geweest, die de noodzakelijkheid erkenden een en ander aan instellingen uit den vreemde te outleenen. De maarschalk jNTiel was er een van; hij had gestreefd, niet alleen naar eene toenadering van de Fransche organisatie tot het Pruisische modelmaar ook naar eene navolging van de in Pruisen aangenomene vechtwijze. Het Fransche bataljon b. v. van nauvvlijks achthonderd man, verdeeld in zes kompagniën veroorlooft niet het gebruik van de kompagnies-kolonnemaar de eenheid van het bataljon moest geëerbiedigd worden, en hij moest er van afzien aan den kapitein de bevoegdheid te verleenen van eene onafhankelijke werkzaamheid. De verbetering van het infanterie-geweer en wellicht ook het ka rakter van het wapenwaartoe de maarschalk behoord had (de genie), hebben hem zeker verleid tot te groote ingenomenheid met eene ver dedigende houding, zeer gunstig wel is waar voor den chassepot maar weinig in overeenstemming met de Fransche voortvarendheid. De miuisteriëele reglementen van 186768 maken van de ver dediging een regel en vergunnen slechts den aanval, als de vijand door den duur van het gevecht meer of min geschokt is. Wat de geïmproviseerde verschansingen betreftdie er ook in aanbevolen worden, zij verminderen ongetwijfeld de verliezen in het eerste tijd perk vanhet gevecht, maar zij stellen daarna de vrijheid van be weging in de waagschaal. Het nieuwe exercitie-reglement van 1S69 had ten eenetnale met de overlevering gebroken; het gaf vrij getrouw het Pruisische stelsel terug, maar het had er den geest niet van in zich opgenomen. Men zag het onderricht in de bijzonderheden over het hoofd men hechtte wel wat meer gewicht aan de schietoefeningen, maar men ging voort met er zich zeer oppervlakkig mede onledig te houden. Men kende evenmin het geheim der Pruisische krijgstucht, die bestaat in de aanhoudende aanraking tusschen den chef en zijne onderge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 495