508 Het valt niet te ontkennendat de slobkousen stevigheid aan enkel en voetgewricht verleenen en het is niet te betwijfelen of het grootste gedeelte onzer officieren zoude de reglementaire invoering daarvan hoogst wenschelijk achten. Wat de stof betreft, zoo licht mogelijk, blauw kussensloopkatoen, sluiting met beenen knoopen, souspieds en omboordsel van ligt leder. Deze soort heeft velen onzer uitstekende diensten bewezen. Ue officiers-insignes werden afgelegd, behalve de sterren; het schoeisel en ledergoed der soldaten zorgvuldig beproefd, de vivres in éénmans vrachten afgewogen en van rottanstroppen voorzien, de nauw keurigste orders uitgegeven omtrent den dienst aan boordhet em-en debarkement. De kolonne einbarkeerde den 13 Januari op de oorlog schepen de Marnixde Banka, den Brielde Java en de Kapoeas. De resident van Riouw de heer Schiff, de assistent-resident van Siak de heer Locker de Bruijne met de koutroleurs La Rive en Trinité vergezelden de troepen. De overste Enslij voerde het eskader in 21/» dag naar de monden van de Paneih en Bilah en de vloot wierp het anker in het gezicht van een onafzienbare, modderige, lage en dichtbewassen kust. Al spoedig waren de gewapende sloepen en de stoombarkas in de weer om de noodige peilingen te doen, en, de gleuf gevonden zijnde, stoomde de Kapoeas voorzichtig naar binnen om de ons op Laboean Bilik wachtende kontroleurs Kaathoven en d'Bngelbronner af te halen. Daarna volgden met den vloed ook de Java en de Briel en van de op de diepere reede achter blijvende Marnix en Banka zag men lang zamerhand de schoorsteenen en masten der stoomers tusschen het groen verdwijnen, De troepen debarkeerden op een klein eilandje in de Bilah, Poeloe Kantang genaamd, op welks drassigen bodem in der haast twee groote loodsen waren opgeslagen. Het kleine eiland geleek niet oneigenaardig op een hoopje drijvend gras, waarop zich eene menigte mieren gered hebben en toen het bij de ongewone belasting al meer en meer onder de voeten scheen weg te zinken en in een grondeloozen modderpoel herschapen waswerd het zonder leedgevoel door de kolonne verlatenwelke nu op den Briel en twee kruisbooten embarkeerde. De Java kon wegens zijnen diepgang niet verder, de Kapoeas stoomde vooruit de rivier op, ter verkenning, geholpen door de gewapende sloepen en als het ware snuffelend in alle hoeken en kreeken verdween deze voorhoede achter de krommingen der rivier.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 515