515 Zoo dicht mogelijk opgesloten werd dan op en bezijden het berg pad gebivakkeerd en bij liet schijnsel van ontzaglijke vuren sliep men den slaap des rechtvaardigen behalve de kameraden, die als schild wachten in het donkere woud vooruitgeschoven waren. Roerloos op hunnen post, met den vinger aan den trekker, tracht ten deze met het oog de geheimzinnige duisternis te doorboren, de duizende nachtelijke geluiden van het woud, het flikkerende schijnsel der achter hen brandende bivouakvurenhetwelk de stammen der boomen fantastisch verlichtte en allerlei gedaanten deed aannemen, ontwrongen hun dikwerf een krachtig //werda", waarop niet zelden repliek volgde van een uit zijn slaap opgeschrikten wreveligeu mak ker. Dan was het weer lachen en spottenniettegenstaande ver moeienis en honger, totdat een kort bevel de stilte herstelde. III. Bandar is een tamelijk groote kampong, bestaande uit een 50- tal huizen, allen op palen van manshoogte, met wanden van boom schors en daken van gedroogde alang alang. Deze plaats zoude het uitgangspunt onzer operation zijn. De Bilah maakt hier eene kromming, stroomt nu oostwaarts de vallei van Goenong-Tingie in, en heeft aan zijn linker-oever een smal en rotsachtig bergpad, liet eenige dat naar het roofnest leidde. De gewapende sloepen van Djaro Banang hadden doorroeiende na ontzaglijke inspanning hunner bemanning dit punt bereikt. Een groot bamboevlot lag bevestigd aan een dwars over de rivier gespan nen, 8 dubbelen rottau-kabel om de troepen als veerpont te dienen naar het aan den anderen oever liggende Bandar; de koloune ging bij gedeelten van 20 man over en betrok buiten de kampong twee groote loodsen die even als de verdere benoodigde verblijven door de zorg der vooruitgezonden kontroleurs waren opgericht. De hulptroepen der verschillende Radjas, die als bondgenooten hadden gemeend te moeten deelnemen aan den tocht en die hun nen moed hadden voelen opkomen bij de verschijning onzer troepen, schaarden zich, ongeveer 400 in getal, in ordelooze hoopen langs den weg der troepen in de kampong en brachten door hunne have- looze kleeding en slechte bewapening geen gunstigen indruk te weeg, niettegenstaande zij zich overtuigd schenen te houden van het tegendeel. Afgemat en vermoeid betrokken de troepen de voor hen opgeslagen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 522