516
oodsen en - bi vouak wacht, terwijl de marine landings-divisie, ongeveer
40 man, op den linkervleugel bivakkeerde.
De hulptroepen legerden eveneens buiten de kampong onder kleine
afdaken van takken en bladeren.
Den volgenden dag werd de kolonne vergast op een tournooi
van de voornaamste hunner voorvechters. Dit schouwspel, bestaande
uit de verbazendste verwringingen van 'armenvingers en beenen
zonder meer, kon onzen soldaten slechts een medelijdenden glimlach
afpersen en werd niet in zijn geheel genoten, aangezien Janmaat
zijne geachte bondgenooten daadwerkelijk wilde overtuigen dat hij
met het boksen veel verder kwam.
Het gestadig schieten dezer hulpbende op vermeende vijanden
waardoor het kampement telkens gealarmeerd werdhad het afzenden
eener patrouille ten gevolge ten einde dit te verbiedenmaar de
patrouille-kommandant vond hun bivouak grootendeels verlaten. Men
had zich op het gezicht der 12 man een paar duizend pas in het
bosch verwijderd.
Yan deze lieden werden de best ge wapenden uitgekozen om de
kolonne te volgen, zoodat het grootste gedeelte naar huis kon gaan.
Eene groote teleurstelling stond de troepen nog te wachten.
Een dag voor den opmarsch naar Goenong-Tingie kwam het bericht,
dat de beruchte roover had goedgevonden het hazenpad te kiezen en
zich dwars door het gebergte naar Sumatra's Westkust had begeven
om zich aan de civile autoriteit te Padang Sideinpoean te onderwerpen.
Dit was maar al te waar, doch bracht geene verandering in het
doel van den tocht en den 12e Eebruari werd de marsch voortgezet.
De le kompagnie vertrok twee uren vroeger om den weg te verken
nen, daarna de rest der kolonne Marschvorm als vroeger.
De le kolonne bereikte na een zeer bezwaarlijken marsch door de
rotsen des namiddags den top van eenen heuvel, van waar men een
uitgestrekt en prachtig panorama over de vallei van Goenong-Tingie
had. Aan den voet van den heuvel stroomde de Bilahdie hier bij
stroomverdeeling een eilandje vormde, waarop de versterkte kampong
Goenong-Toeah lag.
Goenong-Toeah's hoofd was de waardige krijgsbroeder van den
gevlochten roover en zijn vasal, doch bleek in zake van moed zijn
broeder volkomen gelijk te zijn.
In het lage struikgewas neerhurkend lieten onze tirailleurs zich
De marine landings-divisie bleef ter bewaking van het kampement achter.