517
als katten den heuvel afglijden om dwars door den ondiepen rivierarm
te stormen, toen men van den top des heuvels den vijand in vol
len aftocht zag over den anderen rivierarm, met zulk een koddigen
spoed, dat een luid gelach onzer soldaten het eenigste was dat
zij medekregeu. Alles wat in der haast gegrepen kon worden, werd
ijlings gevat en met vrouw en kind onder den arm de snelle maar
ondiepe bergstroom doorwaad, die hen als knikkers door elkaar
wierp.
De kampong stond thans open en werd door de voorhoede bezet;
de soldaten lieten het achtergelaten slachtvee en pluimgedierte zorg
vuldig aantreden en brachten alle vervoerbare voorwerpen voor den dag.
De kampong was een vierkant van 50 passen op de zijde en omringd
door twee op 4 passen van elkander evenwijdig loopende paggers
van opstaande zware bamboe'sde ruimte tusschen deze twee paggers
en het front was met bamboe-doeri en randjoes beplant.
De steile helling die door de voorhoede als het ware afgerold was,
werd nu van uitgehouwen trappen en bamboezen leuningen voorzien,
en over den rivierarm eene brug van lichte boomstammen geslagen om
de nakomende kolonne met bagage het afdalen en overtrekken mo
gelijk te maken. Deze kwam eenige uren daarna aan en de troepen
der kolonne vonden allen een onderkomen in de kampong, alhoewel
menig op palen gebouwd huisje onder het ongewone gewicht zijner
bewoners bezweek en zijn inhoud ontlastte op het daaronder ge
stalde vee.
Hier op Goenong-Toeah werden eenige dagen doorgebracht met
wachten op nagezonden vivres, welke ons in staat moesten stellen om
na de inneming van Goenong-Tingie deze laatste kampong bezet te
houden totdat de geheele streek van roovers gezuiverd was zonder
in verbinding te blijven met het nu door ons bezette steunpunt
Goenong-Toeah.
Alhoewel de hoofdaanvoerder gevlucht was, kon men nog een
ernstigen tegenstand verwachtente meer daar volgens de berichten
van spionnen de kampong eene verbazende natuurlijke sterkte had.
De werkelijkheid heeft onze voorstelling van deze rots nog verre
overtroffen.
Goenong-Toeah werd als steunpunt bezet gelaten door een officier
en 30 manschappen en de kolonne zette den tocht voort door de
rotsen.
Het terrein was eenigszins verkend en beloofde groote zwarigheden.
Een officier met eene kolonne van 4.0 soldaten en 50 man hulp-