519
Midden op het plein woei eene witte vlag als eene laatste
poging der gevluchte roovers om hun roofnest te sparen. Aan den
voet van den vlaggestok stond een grijsaard in vorstelijk kostuum
en demoedige houding, terwijl hij trachtte den op hem toetredenden
voorhoede-kommandant de hand te drukken.
Dit werd hem belet, en zijn persoon genoegzaam bekend zijnde bij de
gidsen, werd hij dadelijk, als de vader en voorganger van zijn ontaar
den zoon, zonder veel omslag gebonden en minder plechtig dan vroeger
wel het geval zal geweest zijn, uitgenoodigd om op den grond te zitten.
De grijze moordenaar had te veel hoogmoed en trots gehad om
het erf zijner vaderen en het tooneel van zijne daden te verlaten,
en had den zoon vervloekt toen deze met zijne bende de rots verliet.
Hij, de grijsaard, zoude alleen de kompagnie afwachten. En hij
deed het. Natuurlijk had hij in zijn fanatisme gehoopt dadelijk
als martelaar door ons geslacht te worden; daar, waar hij zooveel
bloed geofferd had, was de dood hem zoet, zeide hij maar alles viel
hem tegen. Hij zou naar landsgebruik gevonnisd worden, men zoude hem
niet aan zijnen natuurlijken rechter onttrekken. Dit hoorende sloeg
hij zich voor het hoofd en op de borst en verwenschte zijne onvoor
zichtigheid. Somber zwijgend zag hij het aan, hoe alle huizen
doorzocht en geheel geledigd werden, de troepen zich er inlegerden
en de zijwanden ter meerdere kommunikatie werden ingeslagen. Deze
huizen, allen op palen van boomstammen gebouwd en met zware
boomschors bekleed, hadden een niet onaanzienlijk voorkomen, snij
werk en beeldhouwwerk, zeer ruw en kennelijk zonder plan, ver
sierden het front en de trappen die naar den ingang leidden boven
welke laatsten slangenhuiden hingen tot hulp bij het in- en uitklim
menenkele woningen bestonden uit twee verdiepingen.
Goenong Tingie bestond uit 28 zulke huizen op twee rijenwelke
in het midden der aldus gevormde straat een plein openlieten met
een uit zware balken opgeslagen, naar alle zijden open gebouw er
op, hetwelk blijkbaar tot vergaderzaal had gediend.
Eenige der huizen besloegen eene oppervlakte van 40 el en
hadden, berekend naar het aantal dapors, 13 gezinnen gehuisvest.
Nadat de kampong doorzocht was, liet de kommandant de troepen
aantreden om hunne stellingen bij alarm te doen kennen en stelde
hen in een grooten kring langs den rand van het plateau met eene
reserve op het plein.
Nadat iedere sectie en elk peloton tot oefening herhaalde malen
op het alarmsignaal zijne plaats had ingenomen, werden de huizen