524 Lware regens en stortbuien hadden in het gebergte gewoed, de ooomen ontworteld en de hellingen der bergen in slijklagen veran derd; de beekjes waren tot bruischende bergstroomen aangezwollen. Het eilandje, waarop Goenong-Toeah lag, was in een moeras, de bezette kampong in een modderpoel veranderden de achtergelaten bezetting had de uit hun verband gerukte huisjes met moeite bij eengehouden, ten einde de van Goenong-Tingie terugkeerende ko- ionne te kunnen opnemen. Onder het hernieuwde gewicht stortte dan ook alles des nachts in en den volgenden morgen kropen de soldaten uit den modder te voorschijn om het natte oord te verlaten. //Wij komen nooit weerom", zongen zij lustig en tevreden, de bergen opklauterende, toen achter hen vlammen en dikke rookwol ken de overblijfselen van Goenong-Toeah aan den modder schenen te willen ontrukken. De drie roofnesten, zoolang de schrik van het schoone dal, waren nu verdwenen; de kompagnie had ze weggenomen, //angkat" zeide de kleine prins, en hij beloofde een trouw dienaar van de kompagnie te wordentoen hij afscheid nam om langs een anderen weg zijne kampong te bereiken. Onze soldaten namen zijne verzekering gulhartig aan en met de hun eigenaardige goedmoedigheid hoopten zij //nooit klachten over hem te zullen hooren"ze gaven hem zelfs verlof om bij een aan staanden prang te huis te blijven. Y. De terugmarsch leverde nog grootere bezwaren op dan de opmarsch. De steile hellingendie door de troepen met trappen en leunin gen voorzien waren geworden waren thans door de menigvuldige regens in modderglooiingen veranderdtrappen en leuningen waren verdwe nen en in de plaats daarvan watervalletjes en bergstroomen gekomen. Langzaam toog de kolonue de hellingen van den Boekit-Barissan weder op, maar de afstanden naar de vroegere bivouaks schenen ont zettend langer geworden te zijn. Hijgend moesten de soldaten zich naar boven slepen, de zware randsel benauwde de ademhaling bij het klimmen, de voet vond geen steunpunt meer en gleed telkens uit. Elkander in hun val medesle pende, rolden de soldaten niet altijd onder zegenwenschen door het slijk naar beneden. 1 O O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 531