BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS DER le BONISCHE EXPEDITIE. ill 1859. Vervolg van bladzijde 476.) Op bladzijde 336 spreekt de schrijver over het schrijven in tijd en vlugschriften aangaande de le. Bonische expeditie tijdens die plaats had of pas afgeloopen was, en dat afkeuringen overal weer klonken tot in den boezem der volksvertegenwoordiging toe. O. a. werd daar gezegd, dat bij de expeditie groot gebrek heeft bestaan in de verzorging der gezonde manschappendat geenszins de noodige spoed is betracht gewordenen dat het beleid der expeditie over het algemeen veel te wenschen heeft overgelaten. Het eerste is, zoo als ik reeds vroeger zeide, eene grove onwaar heid. De verzorging van gezonden en zieken was zoo goed, als dat onder de omstandigheden waarin de expeditie verkeerde, slechts eenigzins doenlijk was. Al wat voor beiden was voorgeschreven, is voortdurend en zonder een uur vertraging in ruime mate verstrekt, en nog veel meer, dat door de Indische regeering ook zonder de geringste bemerking is goedgekeurd en betaald. Hier aast men niet op het batig saldo. Zi;n zij, die zich in de kamerzittingen van 13 en 17 Juli 1859 daarover ongunstig uitlieten, ter goeder trouw geweest, dan zijn ze schromelijk misleid, en men mag, zoo niet verwachten dan toch hopen dat zij in den vervolge omzichtiger en zakelijker zullen spreken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 538