532
Wat het tweede punt aanbelangt, dat geenszins de noodige
spoed is betracht, dit wordt gaarne beaamd, als men daarmede
bedoeld heeft, dat de expeditie te laat is weggezonden, en toen
nog veel te veel tijd noodeloos is verloren gegaanalvorens men tot
handelen besloot.
Over het derde punt, dat het beleid der expeditie in het algemeen
te wenschen zoude hebben overgelaten, wil ik mij maar liefst niet
uitlaten, hoewel het mij aan de zaakkennis daartoe niet ontbreekt.
De sprekers zouden zeker wel hebben gedaan die reserve ook te
betrachten, nog te meer, daar ze er weinig of niets van wisten en
men hier ook wel zeggen kan: ula critique est aisée, mais.
Men handelt overigens verstandig om het met dat gewawel in 's lands
vergaderzaal, waarover soms, en vooral als het Indische toestanden
betreft, hier menig verstandig en kundig man medelijdend de schou
ders ophaalt, niet zoo nauw te nemen.
Dikwerf meeneu ze het zoo kwaad ook niet, maar eens en vooral
moet er gepraat, veel gepraat worden, en bij den strijd der staat
kundige partijen is voor de onderliggende elk middel, elk wapen
welkomen zoo ging het toen ook.
De schrijver doet wel al dat gelegenheids-gewawel en geschrijf
maar niet in behandeling te nemen, het loont waarlijk de moeite
niet en ik wensch hem daarin na te volgen.
Het gevoelen van den schrijver, zoo als hij dat op bladzijde 342
en volgende mededeelt, over het niet verkrijgen eener staatkundige be
slissing bij de le. expeditie, kan ik over het algemeen wel deelen.
Met de wijze waarop hij die had willen verkrijgen, door eene ves-
tiging op de hoofdplaats zelve, ben ik het evenwel niet eens. Boni
is, voor marcheereude troepen en transporten, ongeveer D/2 uur van
het strand te Badjoa verwijderd.
Alles wat de expeditie noodig had, ook voor de vestiging, evenals
voor het onderhoudmoet van Badjoa of liever van de vloot komen.
Keeds meermalen is er op gewezen, hoe ongelukkig het met de
transportmiddelen bij die expeditie gesteld was. Ik acht het onmo
gelijk, dat met die middelen de expeditie bij voortduring van het
noodige had kunnen worden voorzien, vooral in den sterk naderenden
regentijd, die het eenige naar Boni leidende wegje, of beter voetpad,
zoo goed als onbegaanbaar zoude hebben gemaakt.
Ook de veiligheid langs dien weg zoude niet gemakkelijk te ver
zekeren geweest zijn.
Zelfs aangenomen dat men daartoe eenige veldwerken opwierp,