542 Van daarheen leidende wegen was geen sprake; het waren allen min of meer en bij zware regens door de diepe bergstroomen geheel onbruikbare voetpaden, waarover men man voor man moest heen trekken. Soms liepen ze over rotssteilten, waarbij men elkander moest helpen, soms tot de knieën door de modder. Dan weder langs rotswanden of afgronden, waar een gering getal goede schutters een legerkorps kon tegenhouden. Slechts langs een gedeelte voetpad, in zoover dat zonder grcot levensgevaar opgenomen was kunnen wor den, zoude het mogelijk zijn geweest licht geschut op bergafi'uit mede te nemen. Al die wegen waren door versterkingen of bentings ver sperd en overal moest gebivakkeerd worden. Het land zelf leverde weinig of niets op en men moest alles mede nemen, tot zelfs voor de koelies toe. Niets was verzuimd om tot de kennis van den toestand dier wegen te geraken. Zooveel mogelijk was ieder, die daarmede bekend was, gehoord. Ook opnemers en spionnen waren daartoe uitgezonden en alle berichten waren gelijkluidend ongunstig. Men zoude niet alleen de weinig beteekenende macht van Mario, maai ook zeker volk vau Boni en Soping tegenover zich hebben gehadzoo niet hunne geheele macht, meestal in uitmuntend gekozen en bevestigde stellingen, die zij op meesterlijke wijze weten uit te zoeken en waar het terrein zich zoo bijzonder toe eigent. Tot dus verre was nog geen enkel gevecht geleverd, dat niet tot groot nadeel van Boni en zijne helpers was afgeloopen, en geen schaduw van een echec, hoe gering ook, rustte op de eer onzer wapenen. Dat voordeel was niet gering, want het hield veie vorsten ervan terug om Boni openlijk toe te vallen, waarmede zij nu reeds inliet geheim heulden. Ons bestuur was bij hen noch gezocht noch bemind, en liever hadden allen nog met het aanmatigende en heerzuchtige Boni te doen dan met de Kompagnie. Dat was ten minste een volk van denzelfdeu oorsprong als zijen het waren geen ongeloovigen. Zelfs de koning van Sidenring werd niet vertrouwd, zooals mij door den Gouverneur van Celebes herhaaldelijk is verzekerd. Een nederlaag, die toch altijd mogelijk was, vooral onder zulke omstan digheden, zoude schier ontwijfelbaar allen zich tegen ons hebben doen keeren; bij velen, zoo niet bij allen, was het wachten alleen daarop, want slechts de vrees deed hen voor het oog nog eenige onzijdigheid bewaren, behalve wellicht Goa, Tanette en een paar andere kleine leenroerige rijkjes, en wij waren daardoor vermoedelijk in eeuen oorlog

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 549