47 positie der onderofficieren te verbeteren, zal bij elk officier onder steuning vinden. I Men deelt ons mede dat door het departement van oorlog eene commissie is benoemd om de uitvoerbaarheid van het denkbeeld te Iverwegen en, in het toestemmend geval, onverwijld tot de uitvoering len voorstel te doen. Wij zeggen onzen berichtgever dank voor zijne mededeeling, en hopen li staat te worden gesteldlater meer omtrent deze zaak te kunnen lubliceeren. I Sterfte onder de officieren van het Ned.-Indische leger. Uit eene Inlangs bij het Departement van Oorlog opgemaakte statistiek' der Iterfte van 1851 tot 1871 blijkt o. a. het volgende. Het gemiddeld stérfte pCt. per jaaf bedroes- 2.13. der öngehuwden 2.21; 'ii gehuwden 1.91 De sterfte was het grootst in de jaren 1859, 1860, 1866, ,1852 en 1854; j" kleinst n 'b n 1871, 1867, 1853, 1857 en 1S5S. De grootste sterfte is aangetroffen onder personen van 31-, 29-, 33- |i 35- jarigen leeftijd. Uit het feit, dat bij de berekening der tabellen van de Ne'd.-Ind. levensverzekering- en Lijfrente-Maatschappij in 1863 de sterfte der Officieren op 3,34 pCt. werd gesteld, blijkt, dat ook in dat opzicht )ij ons leger belangrijke verbetering te bespeuren iseene verbetering Ije voornamelijk haren oorsprong vindt in de minder bloedige en ■rijke expedition der laatste jaren (waarop alleen de Pasoemah-Oorlog in uitzondering maakt), in het beter logies der officieren in vergelijking van 20 jaar geleden, en in hunne meer geregelde leefwijze. I Onderofficier.wereeni.ging te Batavia. Op den roepstem, onlangs ra|ü de onderofficieren te Padang uitgegaan (zie blz. 499 van dit tijd- 'Clnift, jaarg. 1872), heeft zich den 3e October ook te Batavia eene ■derofficiersvereeniging gevormd, die, geheel op de leest harer oudere uster te Padang geschoeid, evenzeer de sympathie verdient, welke oowel de leden als de officieren haar toedragen, poor de welwillende medewerking der stafmuziek is men in de ge- Sfjenheid gesteld, eens per maand eene soiree musicale te geven; ie medewerking is zelfs zoo sterk, dat de Heer Markus, kapelmeester

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 54