543
gewikkeld geworden, die de noodlottigste gevolgen moest hebben.
Eene voldoende en strijdvaardige macht om daaraan het hoofd te
bieden stond niet ter mijner beschikking.
Onder zulke omstandigheden zoude een krijgstocht tegen Mario
dat zelf van luttel beteekenis was eene onverantwoordelijke handeling
zijn geweest, te onverantvvoordelijker, daar ik niet wist, of niet nog van
die zelfde troepen zoude moeten worden gebruik gemaakt om Boni
tot geheele onderwerping te dwingen.
Zulk eene handeling zou bovendien niet in overeenstemming ge
weest zijn met de bedoeling der regeering, die alvorens met Mario
te beginnenwilde dat de Bonische aangelegenheden tot een gewenscht
einde gebracht werden te recht inziende dat Mario alsdan zelf spoedig
zoude volgen of althans eene beslissing daarmede zeer gemakkelijk te
verkrijgen zijn zoude, en dat was ook mijne overtuiging. Mario-ri-wawo
zoude Boni volgen, maar Boui Mario-ri-wawo niet; het was eene bijzaak.
Bij volkomen succes zoude nu die afwijking gemakkelijk te ver
antwoorden zijn geweest, maar wee mij, als er, zij het ook de minste
nederlaag op was gevolgd.
Het dringen tot die of eene soortgelijke onderneming, van de
zijde van den Gouverneur van Celebes, hield niet op en de gronden,
die ik daartegen aanvoerde, mochten niet baten. Er moest en er
zou gevochten worden.
Geen officier van ondervinding en beleid zoude dat hebben onder
nomen onder de bekend gestelde omstandighedenen dan wil men
toch nog wel eens beweren dat de officieren te oorlogzuchtig zijn.
Dat is ten eeuenmale onjuist, omdat ze er de gevolgen van kennen,
de verantwoording van dragen en zeiven mede moeten doen.
Om aan het verschil een einde te makenweigerde ik kortweg
en onderwiep het aan hooger autoriteit die geheel mijne zienswijze
deelde en mijne handeling goedkeurde.
Veel hoofdbreken en schrijverijzoo als de schrijver op bladzijde
15 zegt, heeft mij dat evenwel niet gekost, maar het ontstemde
den Gouverneur nog meer, wien het toch al onaangenaam was. dat
het Bonische verschil aanvankelijk geheel buiten hem was omgegaan.
Over het stellen van het ultimatum behoort evenwel niemand hard
gevallen te worden. Niemand kon voorzien, dat de ziekte bij de
troepen in plaats van af- toe zoude nemenen dattoen de ge
stelde tijd verstreken was, de onmogelijkheid zoude bestaan om aan
de bedreigingin dat ultimatum gedaan, gevolg te geven.
Bij onze Indische oorlogen komen zulke handelingen, die men a pos-