549 wenschte staatkundige beslissing te halen, waarvoor ik mij, voor zoover mogelijk, verantwoordelijk stelde. De macht, waarover ik tot de bereiking van dat doel zoude te beschikken hebben, bestond dan uit: Een Bataillon Infanterie van Java en een -J 5e Bataillon. Ongeveer 250 a 300 man goede soldaten van het garnizoens-bataillon van Celebes. Een klein detachement snppeurs. De lichte halve veld- of 3 fC batterij, aangevuld met personeel en paarden. Een peloton kavallerie van Batavia, aangevuld als voren, en het detachement kavallerie van Macassar. Deze geheele macht zoude zoo wat 1,500 man sterk geweest zijn. Voor zooveel noodig konden daar nog eenige honderd man hulptroepen uit onze Zuiderdistricten worden bijgevoegd. De maritieme middelen, waarover nog koude be schikt worden, waren eveneens voldoende, en de noodige koelies waren uit het Gouvernement zelf, als het maar niet voor Badjoa was, wel te verkrijgenevenals de noodige débarkementsmiddelen. Ik achtte die macht volkomen sterk genoeg om allen verderen tegenstand in Boni te breken en tot bereiking van het doel: de noodzakelijke staatkundige beslissing. Daardoor zoude dan het aan vankelijke plan om door de bergdistricten, over schier onbegaanbare voetpaden, in Boni te dringen, dat altijd eene zeer bezwarende en gewaagde onderneming zou geweest zijn. komen te vervallen. Alle zaakkundigenwaaronder de tegenwoordige Gouverneur van Ce lebes J. A. Bakkerseen manuitstekend bekend met de Celebe- sche zaken, en de Heer Weijergang, op het eiland zelf geboren en opgevoed en daar nog een zeer geacht en vermogend handelaar, met de taal en het volk wel vertrouwd, die uitgebreide handelsbetrek kingen met meerdere Bouische grooten en rijke handelaren aldaar onderhield, welke door den oorlog niet waren afgebroken, en die bijzonder goed op de hoogte der toestanden was, die ik daarover raadplegen koude, Waren van mijn gevoelen en van meening, dat zoo doende eene beslissing niet kon achterwege blijven. Den heer Schaap, inmiddels als Gouverneur vervangen, heb ik over dat plan niet kunnen raadplegen. Tot verdediging van eigen grondgebied bleef dan beschikbaar, behalve de vaste bezetting in de versterkingen te Segerie, Maros, Parangloë, Bonthain en Boeloe Comba, het geheele 14" Bataillon, geheel aange vuld, een gedeelte van het garnizoens-bataillon en twee bespannen 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 556